Hoera, halfweg voorbij! Dat is toch wat de gidsen en kaarten melden. Alleen is de echte afstand gestapt wat langer.

Eerst het brugje over en dan verder door het centrum waar ook oude huizen staan.

Wat verderop stond er eentje die me deed denken aan de villa’s van de Atlantikwall.

De tocht gaat verder westwaarts. Handig want de start gaat vaak met de zon in de rug wat mooiere kleuren geeft. Eerste bezienswaardigheid de ruïnes van de Monastere San Salvador.

De strook land tussen de bergen en de zee wordt smaller en dat merk je doordat wegen en sporen dichter naar elkaar schuiven.

Even het zand en strand op aan de Playa Boriza. Het was te uitnodigend, ook gezien de lengte van de tocht vandaag. Koffietijd.

Snel verder strak langs de kust. We blijven vrij laag. Ik zeg we, want hier en daar zie je pelgrims wandelen.

Steeds vreemd hoe die riviermondingen zo breed kunnen zijn! Dit is een Atlantische kust en hier heb je ook duidelijk getijdenwerking.

Ondertussen geleerd dat juist de onderste stukken van de weg bij een helling de gevaarlijkste zijn wat uitglijden betreft. Dubbel uitkijken. Vandaag is het droog en valt het mee. Ondertussen weer een collega pelgrim gespot.

Eigenlijk zijn het er 3 + viervoeter. We babbelden wat. Vandaag was het hondje moe en ze vertelden me dat ze ophielden in Ribadesella om vrienden van vader te bezoeken. Schouderklopje en verder. De lunchpauze werd na stappen door weiden en bosjes de Playa San Antonio.


Er loopt duidelijk al wat meet volk rond. De paasweek is heilig hier. Morgen op goede vrijdag is het een echte feestdag.

De Camino kiest meer inland als richting. Een rustige glooiende weg die wat trekt op een oude spoorlijn. Het gaat vlot vandaag. De kilometers worden gevreten en we gaan vooruit. We zitten halfweg. Hoera.

Op die rustige grindweg juist voorbij een ciderbrouwerij hoor ik mensen achter mij praten. De toeristische pelgrims uit Frankrijk. Lightpackers. Twee dames stapten me flink voorbij, wat heen en weer geroep en de rest van de groep was achter ons gelaten.

Die Franse superpelgrims stapten verder en verder voor mij uit tot aan de kruising met een grotere weg. Daar hielden ze halt voor het aanvoeren van drank en proviand blijkbaar.

De eerste schuurtjes op stenen voetjes komen in het landschap. Horreo volgens de gids. Daarin bewaarden de mensen hun voorraden. De poten zorgden ervoor dat ongedierte de granen edg niet makkelijk konden eten. En onder het dak kan je er hout leggen om te drogen. In onze streken kwamen zo een schuren in de Romeinse periode en vroege middeleeuwen ook voor dacht ik. Ik herinner me de naam niet meer, maar mocht je het weten, geef een seintje.


In de smalle strook tussen berg en zee passeren we Pria. Leuke buurt. Maak kennis met familie bloempotje.

Daar kruiste ik plots speedy pelgrim. Hij kwam me tegemoet, zonder rugzak. Hij draaide om en liep dan een 300 m met me mee terwijl hij belde. Ik moet corrigeren. Hij sprak geen Duits, maar iets wat ik niet kan thuisbrengen. Iets Oost-Europees?

De laatste stevige klim van de dag ging door de weide tussen de koeien met klokken om hun nek. Het was net een beiaard. Een laatste keer de spoorlijn oversteken. Dus goed kijken of de trein niet afkomt, maar dat is gelukt hoor. We zijn er nog.

Er volgde dan nog een 8-tal km stappen tussen struiken en weiden in één rechte lijn naar havenstad Ribadesella. Een lange brug over met heel veel mensen over en aangekomen.

Het was eigenlijk verschrikkelijk druk. Komt het omdat het morgen feestdag is, want goede vrijdag wordt hier gevierd. Maar er is nog een reden tonen affiches op de ramen.
