Etappe 43 : Flavignac – La Coquille – 34,7 km – (1.094,0 km)

Het was een minder goede nacht. Mijn kamergenoot Wu ronkte soms als een vliegtuig met het gevolg dat ik niet zoveel uurtjes slaap heb gehad. Pas was ik goed ingslapen of hij stond rond 6u op om in te pakken en te ontbijten. Hij vertrok rond 7u15, toen ik aanstalten maakte op te staan. Het zou een lange wandeling worden vandaag.

De lucht was blauw en een lichte mist lag in de lagere delen van het landschap. Deze mooie alleenstaande boom zwaaide me uit in Flavignac.

Het landschap was golvend en open. Veel groen. Maar dat blijft nooit lang want plots gaat de Camino naar een rivier in een dal en na een brug gaat de tocht terug naar boven. Vaak via een al dan niet kronkelend bospaadje.

Les Cars en dan Chalus waren de dorpjes van de dag. Het 2de duidelijk de grootste van beide. Even gestopt om er een koffie en een stuk “gateaux de Corse” te smullen.

Maar dat was het midden van de dag en amper een derde van de tocht vandaag. De wandeling trok zich terug op gang.

Nog een laatste blik op de donjon en het stadje wandelde ik terug naar boven, naar de velden en vooral de uitgestrekte weiden waar er terig wat bruine koeien vetschenen. De kleur van de weiden was wel opvallend.

De gele paardebloemen maakten door hun grote aantal er een groen/geel tapijt van. Ik vond het alleszinds heel mooi. Het vervelende van zo alleen te stappen is dat je je indrukken niet kunt delen. En indrukken, die krijg je de ganse dag door. Dus als er kandidaten zijn om mee te stappen, steeds welkom!

Over indrukken gesproken. Onderstaande beeldje getrokken onderweg. Heel vredelievend.

Wat met echter opviel was dat alle ooien (=vrouwelijke schapen) gekleurd waren met rode verf. Ook een aantal lammeren kleurden groen. Maar een aantal van die lammetjes waren rood gekleurd zoals dat op de voorgrond. En na wat scherp toekijken viel het me op dat het bijna allemaal jonge bokjes waren. Zou het lamskroontje met Pasen er voor iets tussen zitten?

De route volgde dan een stukje een spoorlijn. Met heel wat geraas in deze stille omgeving denderde er plots een dieselstel van de SNCF voorbij. De conducteur toeterde vriendelijk toen hij me zag de foto maken.

De tocht leek niet te willen ophouden. La Coquille kwam maar niet in zicht. En als je eenmaal 30 km in de benen hebt en er verschijnt een nieuwe stevige kuitenbijter als helling voor je, dan sakker je wel wat.

Maar uiteindelijk geraak je wél op bestemming. Een gite die nog wat verderop lag en waar ik juist aankwam toen het begon te druppelen. Weer geluk met het weer gehad vandaag! De Thomas More collega’s en studenten die de Camino stappen in Spanje in de buurt van Compostella hebben blijkbaar meer water die uit de lucht valt. Buen Camino en sterkte.

Etappe 41 : St-Leonard naar Limoges – 26,2 km (1.028,2km)

Een speciale ontmoeting

Een etappe die het moest hebben van het begin en het einde. Tussenin een wandeling zonder veel afwisseling, buiten het stijgen en dalen. Ik denk dat er geen 5 meter vlak ligt hier.

Sint-Leonard ligt in een dal. Dus de rivier eerst over via een mooi oud bruggetje. De spoorwegbrug mag ook gezien worden.

En dan het riviertje over doorheen een schattig dorpje

Na de brug liep de route nog even langs het water tot bij een mooi watermolencomplex. Ik denk dat er minstens 3 watermolens in de gebouwen zijn verwerkt.

Wat volgt er na een afdaling naar een brug en water? Inderdaad, een klauterpartij. Deze startte naast een fabriekje voor tegels uit, jawel, Limoges.

Na het geklauter volgde dan een 20 km lange eentonige tocht. Gelukkig zat er hier en daar iets leuks zoals deze auto die blijkbaar al even niet gereden heeft.

Of wat verderop een wei waar ik moest denken aan wat ik ooit aan mijn enige broer zei: zie je broertje staat in de wei…

Wat je wel hebt in Frankrijk is dat het oude erfgoed om de hoek kan liggen. Zoals deze oude kerk die nu bewoond wordt, maar jammerlijk genoeg niet goed onderhouden.

En zo kwam ik na een 15 kilometer wandelen aan in de stad Limoges. Aankomen in steden is nooit leuk omdat je vaak via een drukke invalsweg moet om in het centrum te geraken. En daar zijn voetpaden eerder schaars. Niet leuk als er dan 40-tonners naast je voorbij denderen.

Gelukkig liep de weg dan via een stadswijk verder naar beneden, naar de Vienne en de oude brug waar ik over heen moest. Juist voor ik die brug overstapte werd ik aangesproken door een heer die uit een bar kwam.

Of ik pelgrim was, of ik de Camino stapte? Omdat ik bevestigd antwoordde wees hij naar de bar en zei dat het lokale jacobusgezelschap samen zat op vrijdagnamiddag. Wat een toeval. Ik stapte binnen voor een koffie en maakte kennis met de groep personen die de route bewegwijzert. Met open armen werd ik ontvangen.

Ze hoorden mij uot over mijn ervaring tijdens de wandeling en vroegen naar waar de route aanduiding beter kon. Een plaatsje kon ik aanduiden. De stempels werden in mijn credentialboekje gezet en als aandenken kreeg ik nog een aanduidingssticker. Leuk.

Van de barman kreeg ik nog een porseleinen schelpje mee als aandenken.

En zo kon ik de brug over naar de kathedraal van Vezelay.

Nog wat klauteren en ik was op bestemming bij dit gotische bouwwerk dat ik dan even bezocht. Toch eens een selfie.

Slapen doe ik in de buurt van het grote stationsgebouw in Limoges. Indrukwekkende constructie.

Andere opvallende verschijning in de stad zijn de bussen. Geen stinkende dieselmotoren maar electrisch… trolleybussen.

Tot morgen.

Etappe 39: Marsac naar Les Billanges – 23,5 km (1.005,2 km)

Hoogtes en laagtes

Ze hebben me i de watten gelegd in Marsac. s’ Morgens uitgebreid afscheid genomen van beide. Voor zij die willen langsgaan, hieronder de gegevens.

Het regende stevig, het was flink kouder dan vorige dagen en om eerlijk te zijn had ik wat schrik van deze etappe want vandaag zie het klauteren worden naar 600 m. hoogte. De top van mijn huidige tocht. Die regen kon ik missen!

Het water gutste van de weg. Al heel snel ging het doorheen het bos. Hogerop werd het kouder en de regen begon witter te lijken. Mijn broekspijpen werden kloddernat. Mijn poncho hield wel goed stand, gelukkig.

Ik was alleen bang dat het water mijn voeten zou bereiken via de sokken. Natte voeten is om miserie vragen als je kilometers stapt.

Maar de weergoden waren me gunstig gezind! De regen stootte en het droogde op. En wanneer ik aan het steilste gedeelte van de tocht kwam was het pad vlot begaanbaar en mijn kleren al wat gedroogd. En klauteren was het vandaag.

Lange stroken aan één stuk door. Rond de middag gegeten. Patrick heeft me nog zelf gemaakte bodding meegegeven. Super lekker.

Het doel van de tocht boven op de heuvel van 600 m was Saint-Goussaud. Een dorpje bedevaartsoordje. Bij het binnenkomen van het dorp vind je eerst la lanterne des morts.

Maar het leukste stond in de kerk zelf. Een beeldje van Saint Goussaud, met naast hem een diertje.

Het diertje ziet er uit als een koe, vol met naalden geprikt. Als je deze heilige aanroept én zijn koe een extra speld opsteekt ben je zeker binnen een jaar getrouwd.

Of ik een speld geprikt heb of niet verklap ik lekker niet.

Als je boven op een heuvel staat heb je één voordeel. Het vervolg van de tocht is zeker niet aar boven maar naar beneden. En dat is wat gemakkelijker met de rugzak.

Dan terug een slingerende heel rustige departementale op die me leidde naar een hoeve als gite. Juist op tijd aangekomen want het begon teug te regenen.

Nog een leuk beeld om de dag te sluiten aan een chantier bij aankomst.

Vanavond een pelgrimsmenu met eend.

Etappe 38: La Souterraine – Marsac – 30,0km (981,7km)

Een leuk weerzien

Vandaag gaat de tocht naar Marsac, meer bepaald naar Coucouche Panier, een gite die door een jong oud, Christine en Patrick, Belgisch koppel werd geopend. Patrick had me 2 jaar geleden uitgenodigd tijdens grote zoekactie met archeologen in de buurt van Vilvoorde. En belofte maakt schuld, maar ik was heel blij hem terug te zien.

De tocht vandaag startte langsheen een departementale die zich door het landschap slingerde.

Maar eerst was er nog La Souterraine. Oud ingeslapen stadje gebouwd rond de kerktoren. Die toren wordt gerestaureerd en als je goed kijkt zie je 2 kerels hoog tussen de buizen wandelen. Brrr. Geen job voor mij.

Het was eigenlijk vrij saai langs die weg. Ook nogal wat auto’s die voorbij vlogen en dat op een smalle weg. Vervelend.

Er veranderde wel iets na de middag. Het weer. Donkere wolken komen aanzetten en de wind is duidelijker aanwezig. Ook kouder. Het pellen van de laagjes textiel vandaag bleef achterwege. Gelukkig is het toch droog gebleven buiten een paar waarschuwingsdruppels juist voor de aankomst.

Wat een pelgrim altijd een plezier doet is een bankje om te zitten of een dak boven het hoofd zoals op de foto hierboven. Niet talrijk onderweg maar heel welkom. Met een 20 km in de benen doet het deugd even te kunnen zitten, schoenen en sokken uit en wat te eten en drinken. Nu was het een klein speeltuintje aan het water te Chamborand. Dank aan de adjointe maire voor het initiatief.

De Camino bleef een stijgende afwisseling van grote weiden en bossen. De weg zelf was vrij rustig maar het bleef uitkijken voor auto’s díe langsrijden. In het bos juist voor Benevent l”abbaye piepten lichten door de bomen en was er een machine aan het grommen. Deze klaarde het bos uit door alle niet geplante bomen weg te zagen. Alles in een beweging. De arm slingert omknelt eerst de basis van de boom en zaagt die door. Vervolgens wordt de boom ontdaan van alle takken en in stukken gesneden. Wat een snelheid.

Aankomst in Benevent. Dit dorpje zag er echt uitgestorven uit. Veel verlaten huizen en gesloten winkels. Er wordt aan de kerk gewerkt en gerestaureerd.

Aangenaam is wel dat de kerken hier open zijn en je als pelgrim welkom bent binnen te stappen. Er ligt ook steeds een schrift waarin je een woordje kan schrijven. Zo zie je ook wie je voorgaat op Camino. Gisteren passeerde een Duitse pelgrim collega.

Bij het buitenstappen van Benevent onderstaand bordje zien prijken.

Er is nog een paar kilometer te stappen…

De laatste kilometers gingen weer door bos en wei langs een heel rustig pad met aankomst in Marsac.

En zeker weten dat het terugzien heel aangenaam was!

Als avondmaal had Patrick lekkere Boeuf bourguinon gemaakt van Limousin. Om vingers af te likken. Een aanrader. Bedankt Christine en Patrick voor de gastvrijheid!

Etappe 37 : Eguzon via Crozant naar La Souteraine – 35,3 km (951,7 km)

Een eerste pelgrim ontmoet…

en al babbelend verkeerd gestapt wat mijn tocht vandaag met 1,5 km heen en 1,5 km terug verlengde.

Ik was pas Eguzon uit of voor me zag ik een rugzak met daaraan een hondje. Het bleek dan nog identiek dezelfde rugzak te zíjn als die ik op de schouders draag, maar deze was heel vol gestouwd. Ik maakte kennis met Eric uit Tours. Die was daar vertrokken richting Compostelle, maar stapte nu tot Limoges. Hij is er 60 en op die leeftijd moet een mens eens achteruit kijken vindt hij. Stevige kerel die werkt als lijfwacht en begeleider in fitnesszaal. Hij was 2 jaar geleden al tot Compostella geraakt via de Noordelijke route. Een aanrader vond hij, “mais c’est fysique!”. We stelden plots vast dat we Noordelijk stapten ipv zuid. Na wat draaien en keren en zoeken op de kaart besloot ik terug te gaan naar de route. Hij trok verder.

Al snel vond ik de weg terug en deze ging naar beneden, naar de Creuze. Mooie tocht met waden door beekje en een wandeling langs de stromende Creuze. De zon scheen volop. Prima dus.

Rond de middag slingerde de route zich naar boven uit het dal, dus klimmen geblazen en kwam terecht in open landschap met weiden, groene graanvelden omzoomd met bomen. Gisteren had ik mijn eetste (late) zwaluw en gezien, maar vandaag was het de eerste (heel vroege) koekoek.

Terug naar beneden dan om de rivier over te steken en terug naar boven klauteren naar de ruïnes van het 12de eeuwse kasteel van Crozant. Heel mooi. Je zag er bijna de ridders rondrijden.

Terug naar boven en terug het weidelandschap met zijn vele bruine koeien en met steeds een stiet erbij. Plots liep de weg tussen 2 weiden waar aan elke kant van de weg naar elkaar stonden te briesen en te loeien. Indrukwekkend om die biefstukken in actie.

In een klein bosje, niet ver van La Souterraine stonden wat boomstronken als bankje en een vermoeide pelgrim gaat dan even zitten natuurlijk.

Leuk was het kastje met schriftjes en pen + de vraag iets neer te schrijven. Doen we natuurlijk.

Uiteindelijk aangekomen aan een meertje waar ik slapen mag in een bungalow, zonder internet.

Dus de fotootjes zijn voor morgen. Beloofd.

Etappe 36: Saint-Marcel via Cargilesse naar Eguzon – 28,8 km (916,4 km)

Een onverwacht prachtige tocht

Een uur minder slapen deze nacht. De zon scheen weer volop bij de aanvang van de wandeling vandaag, waarin de rivier de Creuze een hoofdrol zou spelen. Om jullie kennis te laten maken met deze rivier eerst een paar ochtendbeelden.Een paar boodschappen gedaan, want de eigenares van de gîte van deze avond had me in de mail gewaarschuwd dat er niet veel te rapen zou zijn op een zondagavond op de aankomstplaats. De wandeling ging rustig verder langs een oude spoorlijn. Weinig spectaculair, maar het vuurwerk zou later op de dag komen.Op het einde van de lange spoorlijn gaf een ladder aan dat het wat heuvelachtiger ging worden. Gelukkig had ik mijn hartslagmeter omgedaan om mijn tikker in de gaten te houden.Mijn picnic had ik toen al op met zicht op de Creuze. Verschillende watermolens staan nog steeds langs de rivier.Een nieuwe vogelsoort gespot in deze omgeving, nl. de waterspreeuw;  typische een soort voor het biotoop met stromend water. Een ander beestje dat ook van de partij was vandaag was de hagedis.Af en toe flitste er eentje langs de rotsblokken of muurtjes. De tocht voorbij de trapjes werd helemaal anders. Heel gevarieerd met op en neer slingerende boswegels. Er was zelfs een plaatsje dat me echt deed denken aan het Elfenbad in de Efteling. Gelukkig was het droog vandaag en dus niet glibberig.Rond 15 uur kwam ik na een stevige klim en een flinke afdaling in Cargilesse aan. Een versterkte boerderij domineert er het dorpje, maar zoals zo vaak in Frankrijk zie je ook hier de ontvolking toeslaan.Daarna ging de tocht verder langs die smalle bospaadje die zich omhoog en omlaag slingeren door het landschap. Één bepaald deeltje doet zijn naam alle eer aan. Ik was echt blij dat het er droog bij lag.De tocht ging tot aan de Creuze beneden en dan een brug over. Het laatste stuk viel tegen want ik moest de laatste 5 kilometer bergop klauteren via een drukke departementale met haarspeldbochten. Maar gelukkig was de tocht ervoor schitterend geweest.

Etappe 35 : Châteauroux – Saint-Marcel – 34,6 km (887,6 km)

De kop is er af!

Onder een stralende zon vertrokken deze morgen en die zon zou de ganse dag mij vergezellen. Het voelde eigenlijk meer als meimaand aan, dan eind maart! De narcissen en de hyacinten in het bos zijn uitgebloeid en langs de weiden bloeit de meidoorn.

Vandaag was de caminotocht zoals vaak in 2 delen opgesplitst: eerst een tocht door het bos en vervolgens ging het verder door een heel gevarieerd landschap.

Een lange rechte lijn doorheen bossen. Zo een 14 kilometer lang. Zoals gemeld zijn enkel de bladeren van de narcissen aanwezig. De bloemen zijn er jammer genoeg niet meer.

Na de middag ging het landschap over in een mengvorm van velden en bosjes. Ideaal voor hertjes en ja hoor, plots sprongen er 3 de weg over.

Het is me zelfs gelukt een foto te maken. Natuurlijk waren ze snel weg.

Ander opvallend feit. Veel lege boerderijen. Vaak ook toegankelijk. Eigenlijk zou je er kunnen overnachten mocht je een slaapzak meebrengen. Maar ik zou niet willen weten welke wezens mee komen slapen…

Veel waterplasjes verderop. Met hier en daar mooie gebouwen erbij. Leven als God in Frankrijk.

Uiteindelijk ging de tocht verder tot in Saint-Marcel, een stadje langsheen de rivier de Creuze. Morgen gaat de tocht eerst langs die Creuze.

Tot dan.

Etappe 34 : Mechelen via Parijs naar Châteauroux 10km – waarvan 3km op de route – (852,6km)

De grote dag vandaag. Gisteren bracht ik nog een bezoekje aan het ziekenhuis voor een controle door de cardioloog. Alles ok! “U kan met een gerust hart vertrekken” wist de dokter te vertellen. Dus dan inpakken en telkens opnieuw controleren of ik wel al het nodige mee heb. Vrijdagmorgen heb ik de rugzak opgepakt en gestapt naar het station. In mijn enthousiasme ben ik echt vergeten te wegen hoeveel mijn ingepakte rugzak eigenlijk weegt. Een ding is zeker, het is prachtig lenteweer. De zon schijnt volop en de stad bruist om 8 uur ’s morgens op zo een mooie lentedag.Aan het station verschijnen juist de eerste draagstructuren voor het nieuwe dak. Misschien is dat dak klaar als ik terugkom? De reis ging dan eerst naar Brussel en vervolgens naar Parijs. In de plaats van daar de RER te nemen had ik voldoende tijd ingepland om te wandelen naar het station Austerlitz.

Les Parisiens au velo!Eigenlijk valt het wel op dat in het straatbeeld van Parijs volop fietspaden verschijnen en dat er al wat Parisiens en Parisiennes rondpedaleren op allerhande rijwielen. Ook huurfietsen en huursteps zijn flink aanwezig. Maar een meerderheid zijn die cyclisten nog niet! Er is nog heel wat werk aan de winkel om de verkeersknoop van Parijs te ontwarren, maar dat is in onze steden eigenlijk ook zo.  De tocht ging deze keer langs de feestzaal Le Bataclan en via de place de La Bastille. Allebei berucht voor bloedvergieten in het nabije en niet zo nabije verleden.  Op de bordjes op de place de la Bastille stond er zelfs dat het plein het strijdtoneel was in 3 verschillende revoluties. Die Fransen en hun revoltes toch…Een plaatje voor de watersportliefhebbers. Per boot kan je ook naar Parijs. Natuurlijk hoor ik je al zeggen… via de Seine. En inderdaad, via een sas vaar je de stroom op. In de verte een duidelijk herkenbare toren.Let op de prachtige blauwe lucht. Ik had me natuurlijk véél te warm aangekleed en in centrum Parijs is het moeilijk een plaatsje te vinden waar je je kan strippen. Dus was het zweten geblazen. Rond 14u40 vertrok de  trein naar Châteauroux voor het vervolg van de rit. Die verliep vlot en 2 uur later stapte ik uit in het station waar vorig jaar mijn Camino was gestopt.Een 3-tal km stappen op de route leidde mij naar het hotel. Onderweg stapte ik voorbij het ziekenhuis van de stad. Daar hebben ze boven het gebouw een groot platform gebouwd waarop een helikopter staat. Dat geeft je echt een gerust gemoed mocht het fout gaan onderweg. Aan het hotel de klassieke wegmarkeringen in blauw geel terug gevonden.Ik weet dus welke kant ik uit moet gaan morgenvroeg voor de eerste langere etappe!

Maart 2019 – De volgende tocht – voorbereidingen

De lente is in het land. Tijd om deel 2 van de grote tocht te starten. Deze keer vertrek ik vanuit Châteauroux en is het bedoeling te stappen tot Saint-Jean-Pied-le-Port.

Een kleine 700 km zijn dat tot aan de voet van de Pyreneeën.

De rugzak is nieuw – verjaardagscadeau van de kinderen en schoonkinderen. De inhoud ligt omzeggens klaar en de eerste overnachtingsplaatsen zijn gereserveerd. Ook de treinticketten naar Parijs en Châteauroux liggen klaar.

Wel wat onzeker gevoel wegens de gezondheidsperikelen vorige zomer met 4 overbruggingen van de kransslagader als resultaat. Het moet wel gezegd dat de mensen uit de zorg me werkelijk goed gesoigneerd hebben en de kinesisten allemaal hun best deden om me op de been te helpen. Dus zullen we snel door hebben hoe het zit met de conditie na de eerste kilometers.

Etappe 32 : Van Charost naar Neuvy-pailloux via Issoudun 37,1 km – (824,2 km)

De wandeling starte met een laatste stukje langs die verschrikkelijke departementale. Overnachten deed ik in een chambre d’hote juist voor Charost. Meteen werd ik begroet door Isidoor.

Wat verderop verliet de Camino die departementale en slingerde zich door de velden. Op de hoek van een graanveld stond een verrassing. Een kersenboom vol rode kersen! Ik moest toch even proeven? Lekker!!!

De weg ging verder naar Issoudun, stadje waar ik door moest vandaag. Rond 11u stapte ik door een dorpje. Koffiebar en kruidenier meldde de gids. Maar kruidenier en bar verdwenen. Gesloten.

Het is echt triest hoe die Franse dorpjes uitsterven. Dan maar op de bank bij de kerk een fruitsap (zelf meegezeuld in de rugzak).

Verder ging de tocht weer vooral langs velden. Hoofdzakelijk graan. Tarwe, gerst. Ook koolzaad in graan en af en toe iets anders zoals deze papaver? Of is het iets anders?

Het zijn wel telkens lange wandelstroken. Plezantst zijn de steenslag weggetjes. Geen verkeer en toch makkelijk stappen.

Je ziet dat het ferme stroken zijn. En je ziet er niemand! Niemand voor en niemand achter je.

Heel even een brug over een verlaten spoorlijn en dan weer kilometers rechtdoor. Met graanvelden en toch weer een specialeke. Erwtjes.

En dan kwam ik aan in Issoudun. Stadje halfweg de tocht. Naast de camino lag een commercieel centrum met een bakkerij waar je ook broodjes, sla erg kon kopen en ter plaatse eten. Een televisie stond op en bracht het verschrikkelijke nieuws over Luik.

Wat verder een mac Donalds. Ik kon niet aan de verleiding weerstaan en kocht een mc flurry. Mmm. Maar bij het oversteken van het gras naar de Mac trapte ik bijna die mooie bijenorchis plat.

Weer een ander orchideetje.

Bij het naderen van de brug over de rivier verschenen plots schelpen op de stoep. Bronzen schelpen.

Die leidden me door het stadscentrum dat verkeersvrij was. Maar algemeen was het niet aantrekkelijk buiten het pleintje rond het Telfort.

Niemand op straat. Wat verderop mijn stempel gaan halen in toerisme kantoor. Na de koffie op het plein onder de belfortpoort verder.

Daar lag nog zo een koperen schelp. Snel trok het pad terug naar de velden en de weidse gezichten. Af en toe komen ook dikke wolken langs met neiging tot onweer. Dus zwaar weer, zweetweer.

En na nog wat gewandeld te hebben langs de route moest ik nog 3 km naar de route nationale waar de gite ligt.