Etappe 20 : Paron naar Joigny – 35,2 km – (500,7 km)

De hoofdpersonage vandaag is de rivier de Yonne. Het grootste deel van de dag werd ik begeleid door de rivier. Maar eerst werd ik heel hartelijk uitgeleide gedaan door mijn gastheer en vrouw. Ze trokken zelfs hun stapschoenen aan om een stukje mee te stappen.

Michel boerde jaren en kent alle weggetjes als zijn broekzak. Hij is het die me aanraadde waar ik onderstaande vergezicht van de Yonne kon trekken.

De weg is hier wel heel wat mooier dan in de streek van Reims! Glooiende heuvels met bloeiend koolzaad. Her en der bossen op die heuveltoppen. Daar doorheen gooit de goed onderhouden aarde weg. Plots sprong er zelfs een ree 3 meter voor mij uit het kreupelhout pal op de weg. En even sierlijk sprong het dan terug het bos in. Je verschiet wel even want nogal onverwacht die ontmoeting!

Het eerste dorpje heet Gron. Klein en landelijk met kabbelend beekje in de tuin. Echt zo een beekje dat je wil meenemen om ook in je tuin te leggen.

Na Gron volgt een tocht door veld en bos. En na een paar kilometer in het glooiende landschap daalt de weg naar de rivier die we voor de rest van de dag volgen.

Na een flinke wandeling op het jaagpad langs de meanderende rivier tussen de velden en bossen komt de Camino aan in Villeneuve sur Yonne.

Omdat het middag was ging ik even zitten in een bar om een koffie te drinken. Dat deed deugd zo een koffie op een terrasje. Toen ik klaar was en aanstalten maakte om te vertrekken klonk een stem uit het cafee. Moet ik geen stempel in je boek zetten vraagt een in het zwart gekleed mannetje terwijl hij zijn glaasje likeur in een keer naar binnen kapt. “Graag” zeg ik. “Een pastoor moet ook al eens een glaasje drinken, he!” Zegt hij. “Met miswijn op zondag alleen ga ik niet ver geraken” zegt hij terwijl hij een dikke bundel sleutels mee gritst en naar buiten komt. Hij troont me mee aar de kerk alsof ik oorlogsbuit was. In de sacristie werd dan een stempel bij gedrukt in het pelgrimboekje.

En dan ging de weg verder langs het jaagpad van de Yonne. Af en toe had ik het gezelschap van een Zwitserse plezierboot die mij inhaalde. Maar wat verderop haalde ik die weer in wanneer de boot verrast werd. Er is wel wat verval op de rivier. Dus hier en daar stuwinstalaties om de Yonne bevaarbaar te houden.

Pleziervaart is er wel. Mooie boten ook. Iets breder dan de narrowboats in UK maar af en toe wel een kleurrijk exemplaar.

Doordat het verval hoger werd stroomopwaarts werd een kanaal naast de rivier gegraven voor de boten. Een vertrouwd gezicht voor Vlaanderen die vaart met bomen. Wel geen wielertoeristen hier want pad is van aarde. Slechts een paar vtt rijders.

En zo stappen na een dikke 33 km kwam Joigny in zicht. Wat in de hoogte. Volgens de gids wat vergane glorie. En dat klopte wel.

Ik bezocht nog even 2 van de 3 kerken. Restauratie van de stukken is voorzichtig aangevat. Ook huizen allerhande vind je er.

Zie zo. Aangekomen. Beentjes wat laten rusten nu.

Etappe 16 : Epernay naar Montmort-lucy 28,1 km – (410,4km)

Wakker onder blauwe hemel deze morgen. Prima wandelweer. Eerst naar Epernay centrum gestapt met volle rugzak. Vol met drank en met kleren. De temperatuur blijft aangenaam en dus geen jas of lange onderbroek. En extra drinkwater mee.

De eerste halte was de kerk met de hoop een stempel te halen. Is dan toch maar toerisme kantoor geworden want in de kerk was geen levende ziel te bespeuren.

Onderweg naar het centrum over de bruggen van de Marne gestapt. Ik had gezelschap van nog iemand met een rugzak daar beneden.

De Marne is ook een rivier met gevoelige geschiedenis in Frankrijk. Speelde een rol in elke oorlog. Juist aan de brug staat een grote mijlpaal van de Voie de la liberte. Vanop de Marne brug valt een grote toren op. Is nu een plaats waar het verhaal over de champagne wordt verteld en getoond. Indrukwekkende toren wel.

Voor echte pelgrims is de stad niet interessant. Achteraf gezien zou ik beter meteen naar Moussy zijn gestapt. Daar is meer champagne te beleven. Onderweg toch wat gebabbeld met wijnboer.

Die vertelde me dat ze nu na het snoeien, de struiken aan het binden zijn. On liet la vigne. Dat doet ie gezeten op zijn karretje met een speciaal instrumentje dat een draadje rond de stengel en de draagdraad draait, vastzet en afsnijdt.

De voormiddagtocht liep verder door de wijngaarden van beroemde en minder beroemde champagnehuizen.

Langs de weg liep water in een kunstmatige goot en er was zelfs een bonnetje waar het water uit de kalkhoudende bodem vloeide.

Het was weer heel druk in de wijngaard. De wijnboer vertelde me dat er 27 verschillende handelingen nodig zijn om van de druif in het champagneglas te geraken. Ook werd er volop gewoeld zond de wortels met de speciale tractoren. Een eenzaat probeert het op de ouderwetse manier.

Om de wijnbouwstreek te verlaten was een flinke klim nodig naar een Romaans kerkje. Dat was al de 2de km van de dag.

Nu lag de weg open naar de beboste toppen boven de wijnstreek. Juist voorbij het kerkje stond een bank en een tafel. En gezien het middaguur was heb ik mijn koffiekoek opgepeuzeld met mooi uitzicht als extra. En zo staan mij 2 schelpen ook eens op de foto.

Zoals gemeld liep de weg verder langs de grens tussen bos en wijngaarden. Toen ik even achterop keek zag ik een pelgrim die me volgde op korte afstand. Een dame in het rood met blauwe rugzak. Ze zwaaide met haar pelgrimsstaf en vroeg of ik de camino wandelde. Ik had meteen door dat ze Nederlandstalig was. Haar naam was Katrien en ze kwam uit het Leuvense. Ze doet haar Camino in stukjes tijdens de paasvakantie. Vorig jaar was ze thuis vertrokken tot Rocroi en dit jaar liep ze van Rocroi naar Reims.

Ze vertelde honderduit over haar belevenis, over haar 5 kinderen, over haar minder goede been maar dat het toch goed ging om te stappen, enz… Je kan haar Camino volgen op haar blog.

De tocht ging dan door een heel ander landschap. Geen druiven meer, Maar bomen. En de narcissen hebben plaats gemaakt voor hele velden bosannemonen.

Een flink stuk van de weg liep door bos. Weer flink veel sporen van everzwijnen en hun gewroet. Toen we even pauzeerden aan een vijver kwam een pick-up, vol maïs en een aanhangwagen met quad. 2 fransen stapten uit en vertelden dat ee de evers kwamen voederen. De eeugen hebben jongen en die kunnen extra eten gebruiken zeiden ze. Het gewroet in de modder van de wegen komt omdat drachtige zeugen op zoek zijn naar extra proteinen en regenwormen opsnorren.

Al pratend en zonder teveel verloren te lopen naderden we onze bestemming, Montmort-lucy. Zij ging overnachten bij een dame die kamers ter beschikking stelt aan pelgrims. Ze wou morgen dan meteen tot Sezanne stappen.

Samen dronken we dan nog een glaasje voor onze wegen scheidden. Buen Camino Katrien

Etappe 13 : Ecaille naar Reims 26,6 km – (343,5 km)

Het traject naar Reims was saai. Eén rechte lijn door velden en akkers met daarop grote tractoren met een stel piepende ratelende wielen aan. Je hebt die vergezichten, de akkers, de tractoren én de wind. Het zonnetje was flink present maar de wind maakte dat jas, kap en pet ook vandaag aan bleven.

Gelukkig waren er in de voormiddag 3 bochten een paar bosjes en al eens een paar herten die over staken. Maar na de middag was er zelfs geen boom meer. Wel verschenen er in de verte de 2 torens van de kathedraal van Reims. Maar naderen deden ze maar heel langzaam.

Blijkbaar stapte ik zo een 6 km op een oude Romeinse heirbaan. Veel Romeins was er niet aan te zien en Asterix heb ik ook niet gezien.

Maar de lange rechte tocht werd dan toch bezegeld met aankomst aan de kathedraal.

Gemakkelijk die selfies. Daar stempels gehaald bij de dames die de pelgrims opvangen en terug buiten.

En in Reims, Champagnestreek tijd voor er kirr, maar wel een kirr royaal

Etappe 11 : Aubigny les Pothees naar Wasigny 25,6 km – (284,9 km)

Na het hartelijke onthaal in “Au bois du loup” terug op weg. Mijn Canadese collega wou wel een fotootje maken.

Hij zelf komt uit Quebec. Vertrokken met pak en zak (meer dan 20kg!) Op stap naar de voet van de Pyreneeën! Vroeger had ie al een Spaans deel gelopen.

Samen gingen we op stap. We hebben uiteindelijk samen zo’n 16 km afgelegd. Blijft toch een speciaal taaltje dat frans uit Quebec.

Het onthaal was prima zoals gemeld. Het uitzicht vanuit het huis ook. We zagen voor het vertrek een mooie dubbele regenboog. En een rijdende goederentrein. Staking even opgeschort blijkbaar.

De tocht vertrok droog maar tegen de middag kregen we een paar fikse buien over hoofd. De wegwijzers met schelp begeleiden ons maar zijn niet steeds consequent wat richting betreft. Eigenlijk moet de onderkant van de schelp de richting aangeven vertelde Roger, mijn collega.

Hier is het niet steeds consequent toegepast. Opnieuw wisselen velden, weiden en bossen elkaar af. Wel zie je dat meer en meer weilanden omgebouwd worden naar akkers en het vee op stal wordt gehouden. Eenvoudiger te beheren. Om elke hoek is er wel fauna waar te nemen. Ooievaars oa en herten in de verte.

Een constante na de middag was de modder. Wegen door de bossen zo drassig als wat.

Het is goed als het eventjes drassig wordt, Maar als je stroken hebt van een paar honderd meter lang waar je door moet ploeteren, dan is dat wel flink vermoeiend. Wat wel meevalt is dat de weg, ondanks de glooiingen toch iets naar beneden gaat. Vorige dag klom de Camino regelmatig boven de 300 meter. Nu dalewmn we naar de 150 meter. Maar de modder is wel de constante uitdaging.

Mijn arme schoenen zagen af vandaag. En mijn broekspijpen ook.

En het kon nog heviger. Op sommige plaatsen diende je de weg gewoon te ontwijken want er was een beek in de plaats. Ook de benen naast het pad zijn meestal flink verzadigd.

Rond 17u kwam ik dan aan in Wasigny. Weer zo een typisch landelijk dorpje waar tijd geen vat heeft. Getuige deze markthalle uit lang vervlogen tijden.

Ook de klassieke Lavoir of publieke wasplaats was ik voorbijgestapt. Daar werd vroeger gewassen. Nu ligt het et verlaten bij met dank aan Dash en Bosch die de was doen thuis.