Etappe 98 – Salceda naar San Marcos bij Monte de Gozo – 24,4 km – 2.451,4 km – dag 32

De laatste wandeldag.

Morgen kom ik in de voormiddag aan in Compostella. Het doet toch iets met een mens. De hele pelgrimstocht duurde uiteindelijk toch 100 dagen en bedroeg bijna 2,5 duizend km. Brrr…

Deze laatste stapdag was ook gevarieerd en had de nodige verrassingen in petto.

Zon!

Eerst en vooral het weer. De zon zette alle registers open. Ook de volgende dagen beloven aangenaam te worden om deze tocht uit te zwaaien blijkbaar.

De pensionuitbater had ook een verrassing in de vorm van een leuke ontbijtkoffie.

Good morning

Veel afscheid vandaag. De laatste kabbelende beekjes, de laatste koeien, geiten, schapen, katten en zelfs de grote perros aan hun ketting of in hun kooi of soms op straat. Zelfs dienen rare schaduw met zijn hoedje op is bijna weg.

Voetpaden waren er niet altijd

Er is ook een stevige poging ondernomen om de veiligheid van de vele pelgrims te verbeteren. Voetpaden, aangeduide oversteekplaatsen en zelfs speciale voetgangerstunnels. Dat hebben we niet zo vaak gezien daar aan de kust.

Ook fietsers hebben hun camino

Langs de weg zie je ook af en toe fietsers met pak en zak passeren die Buen camino roepen. Hier ging het bergaf. Dus is de fietsers al voorbij de bocht. Volgende keer neem ik de foto wanneer er bergop gereden wordt.

Wie er ook nog steeds bij zijn, zijn de Camino wachters. Zoals deze 2 hier. Zo dicht bijeen zie je ze toch niet vaak! Aankomst in O Pedrouzo e tijd voor een koffie, stempel halen in de bibliotheek en genieten van deze mooie muurschildering.

Camino kunst

Een groep schoolkinderen stapte et uit de bus. Die zou ik straks terug zien. Ze wilden allemaal weten waar ik vandaan kwam. American? Maar samen met een paar andere pelgrims trokken we verder. Een volgende verrassing kwam een paar km verder! En wat voor één.

Uppupa epops

Het vogeltje langs de weg. Een niet alledaagse verschijning bij ons. Heel herkenbaar aan zijn beige, wit en zwarte verenkleed en zijn opvallende kuif.

Zie je hem pikken in het gras? Een hop! Tof. Zo dichtbij! Daarna volgde nog een vrij lange klim richting landingsbaan en autoweg. Van over de autoweg via deze brug komt de Camino del Norte – directe weg op de Camino Frances.

Meteen een paar meter verder is de grens van Santiago de compostella. Een beeld met allerhande spullen rond geeft dit aan.

Ik heb er ook een hangertje bij gelegd. Het was ondertussen 13u30. Picknicken. Ook de laatste keer.

Terwijl ik at, passeerden verschillende pelgrims maar ook de grote groep schoolkinderen. Weer vroegen ze waar ik vandaan kwam en wanneer ik Belgium, Belgica zei kreeg ik van de jongens vaak de namen van de voetballer die ze kenden. Courtois, Lukaku, Hazard, enz…

Laatste kerkjes (met gesloten deuren)

Nog een paar dorpjes, op en neer gaat de Camino. Ook op deze laatste kilometers krijgen we de nodige klauter meters. Een kerel met rugzak haalde me in en toen hij zag dat ik onderstaande muurschildering fotografeerde, haalde hij ook zijn Mobile uit om te fotograferen.

Nog wat naar beneden, een brugje over en wat verder stond ie dan. Camino wachter 10km rond. Met versleten schoenen. Op elke wachter ligt nu iets. Schoenen, keitjes, bloemen, enz

10 km

Moedig

Bijna boven op een heuveltop wordt ik traagjes ingehaald door een tandem met man en vrouw. Hij gaat werkelijk heel traag en ik haal hem terug bij. De vrouw stapt van de tandem en mankt met moeite naar boven. De man rijdt nu terug sneller naar boven, stapt af en komt de vrouw helpen naar boven te stappen. Ik geraak aan de praat met hen. Broer en zus. Van oorsprong uit Nederlands Limburg, maar nu wonende in Duitsland. “Ik heb een probleem om te stappen en dank zij mijn broer kan ik toch de tocht maken.” We geven elkaar nog moed en “het doet toch iets dat aankomen,he” zegt de broer. “Tot in Santiago, we zien elkaar daar wel!”

Broer en zus

En daar sta je dan met je mond vol tanden.

De 3 torens

Aangekomen in het pension. Maar na de douche en het verkleden wat verder gestapt om dit beeld te kunnen maken vanop de Monte do gozo. Ooit was de paus hier op bedevaart en een groot domein werd opgebouwd. Veel volk kan hier opgevangen worden.

Gelukkig is het rustig. Wel is men druk in de weer om grotere toeloop aan te kunnen. Gisteren waren er iets meer dan 1.200 pelgrims. Morgen zit ik ook in het dagcijfer.

Etappe 97 – Sobrado naar Salceda via Arzua – 34,5 km – 2.391,0 km – dag 31

Op naar de Camino Frances. Via deze Camino, die meer inlands loopt, gaat het grootste deel van de pelgrims naar Compostella. Dus daar zit of liever loopt, heel wat meer volk. Ik ben benieuwd. O ja, de klok was stil vannacht.

Mist in de abdijtuin

Eerst gaan ontbijten en er Rainer, de Nederlander ontmoet. Die had ook hier overnacht en ging naar Arzua vandaag. Hij had Roland (de Parijzenaar waar ik het al over gehad heb.) en anderen nog gezien gisteren, maar die waren al wat verder getrokken. Hij was hier gebleven door het onweer. Vrij vroeg op stap. Vandaag krijg ik de keuze. Of kort en krachtig door een saai landschap langs de weg 20 km lang, of een ommetje langs Arzua en daar al de Camino Frances opgaan. Meer variatie, maar iets meer km.

De Caminowachter gaf 59 km aan. Maar daar komt straks iets bij. De rekening klopt niet altijd. Maar als je al meer dan 2.000 km gestapt hebt steekt het niet nauw.

De eerste helft vandaag was een geleidelijke afdaling naar Boimorto. Dat verliep langs mooie boswegels, zacht om te stappen. In Boimorto kiezen richting Arzua, zo een 12 km meer Camino Frances op het programma.

Zachter om te stappen. Heerlijk

Vanaf Boimorto werd het opnieuw een rustige asfaltweg door de weiden en de bossen van eucalyptus. De laatste dagen heb ik wel wat pijn aan de bovenkant van mijn voet, vooral op die asfaltwegen en dalen doet ook geen deugd. Wat versleten zeker?

Mooie luchten

Het weer zat wel prima vandaag. Droog, zo’n en wolken. Dus niet te warm en niet te koud. Na de lange afdaling dan toch een klim en aankomst in Arzua, één van de laatste etappeplaatsen van de Camino Frances. De sfeer is inderdaad anders. Meer huizen, meer bars en meer pelgrims lokken. Na een week in het dunbevolkte noorden is dit wel een flinke verandering.

Arzua

Let alleen al op de wimpeltjes. Kwestie van mensen zich welkom te voelen. Daar heel lekker een grote pizza gegeten. En wie komt daar binnen? De pelgrim die ik de eerste dagen van mijn tocht af en toe zag; Speedy. Een pelgrim uit Oost-europa, die ik af en toe zag maar eigenlijk geen contact mee kon maken. Vandaag toch dag kunnen zeggen. En toen ik met handen toonde dat het niet ver meer gaan was, kon er een lach van af.

Er loopt wel wat meer volk langs de Frances. Deze 3 vlogen voorbij. Wat verderop toch even kunnen praten. Eén was een Kroatië. En de magerste had enorm last van blaren op zijn voeten en tenen.

Voor deze laatste km maakte de Camino zich weer mooi met wandelingen in het groen langsheen tuinen met oa vijgen (na Pasen), met holle wegen, met vergezichten en weinig autoverkeer en asfalt. Hoera voor mijn voeten!

Lommerte op zonnige dagen

Vooral in de zomer zullen die groene tunnels wel geen luxe zijn om wat bescherming te krijgen van de zon. Dan is er mijn inziens ook veel meer volk. Heel wat bars edg waren nog dicht. Er zijn er ook in elk dorp en elkebar probeert origineel te zijn om bezoekers te trekken.

Massa’s getekende bierflessen

Deze positioneert zich als biergarten en hangt de ganse tuin vol met lege bierflessen, getekend door pelgrims.

Een andere had zijn muur vol versleten wandelschoenen hangen. Op een terras in Arzua had ik een oudere kerel opgemerkt achter een grote pint. Blijkbaar ook een pelgrim. Toen ik hem verderop opnieuw zag, zat hij terug op een terrasje achter een stevige pint en de derde keer stond hij in het midden van het gras om het hooien te filmen. Bij aankomst in Salceda liepen we samen voorbij de Caminowachter.

Bleek een Ier te zijn. Sedert 2014 gestart in Saint-Jean in de Pyreneeën. Goed dat we aankomen, zei hij. Hier overnacht ik. Maar eerst a cold beer. See you tomorrow. Dat beloofd.

Etappe 95 – Vilalba naar Pobra de Parga – 27,7 km – 2.331,5 km – dag 29

Door het stille groen.

Vertrek uit Vilalba gaf toch een hoopvol beeld. Een oude toren die mee is geïntegreerd in nieuwbouw. Blijkbaar een hotel.

Lekker slapen in oude toren.

Vandaag had ik de indruk in een groot weinig onderhouden Bokrijk te lopen. Veel natuur en af en toe oude gebouwen, triestig onderhouden.

Voor de culinairen onder jullie. Deze plant zie je vaak langs de weg. Idee wat het is? Wordt in de keuken gebruikt en er is ook een gekende drank die er van wordt gemaakt.

Antwoord morgen. De Camino wachter geeft 118 km aan. Dat betekent dus vanavond onder de 100! Hoera.

Eerste bokrijk gebouw, deze watermolen in verval. Het kabbelend beekje doet nog zijn werk, maar de molen heeft betere tijden gekend. De wegen zijn goed begaanbaar. Er zijn zelfs stroken bij waar volgens mij Julius Caesar nog is gepasseerd. Of was het een andere Romeinse veldheer hier in de streek?

Heirwegbrug?

Als ik aan een heerbaan denk, dan denk ik aan zo iets. De weggetjes en paden zijn vaak afgezoomd met platte stenen. Soms geeft dit zelfs een tunneleffect.

Ze hebben iets prehistorisch, iets Keltisch vind ik. Veel mos die al die spullen een oude originele look geeft. Zoals gisteren weer een kerkhof gotische stijl bij de oversteek van de grote weg.

Naast bouwsels, erfgoed (er rijden hier wagens rond die ik al 30 tot 40 jaar niet meer heb zien rijden) is er nog steeds de natuurpracht met vogels allerhande en deze paddestoelen bv.

Ik moet eerlijk zijn. Ik heb ze opgemerkt omdat één van de voor mij lopende pelgrims ze fotografeerde. 3 Duitsers op stap, die wat verderop halt hielden om te drinken. Ik drink een grote als ik de 100 voorbij ben zei ik hen.

Duitse kolonne

En wat verderop opnieuw een stukje Bokrijk. Oud bruggetje met daar juist een Spaanse pelgrim op. Leuk toch.

Compostella, hier kom ik.

Ondertussen was ik Baamonde genaderd. Vooraleer in de stad aan te komen de Parijzenaar ontmoet die ik feliciteerde met de overwinning van Macron. (Hij is hevige fan en ook van Verhofstad) Pratend gingen we dus naar Baamonde en daar hebben we samen gegeten. Reiner, de Nederlandet, zat er ook en was juist klaar met eten. In San Alberte deze mooie kapel en nog mooiere boom gespot. Beide kunnen in Bokrijk. Alhoewel het spreekwoord zegt dat je oude bomen niet verplant. En samen kwamen we dan aan de 100km.

Eigenlijk is er geen 100 km Camino wachter, maar een aantal goede zielen hebben dan maar zelf monumentje gemaakt om de 100 km te plaatsen en 6 meter voor de wachter vind je dit.

Nog 100 km

Leuk. Na de strook langs de weg draait de Camino de bossen in voor een laatste kapel.

Boskapel

En dan weer iets vreemds. 2 Camino wachters. Met 2 verschillende afstanden! Plots krijg ik er een kleine 10 km cadeau.

Links of rechts?

De keuze is de oude wat mer bewoonde langere route of de ‘eenzamere’ kortere route. Die laatste is het geworden en dus ben ik vertrokken voor een 20 km door bos en wei. Toch vind je hier af en toe constructies.

Heel stil allemaal. Er is wel een werknemer en verderop staan nog een 3-tal van die constructies. Met omheining en bord verboden toegang. Megastallen? Of iets anders? Was het niet in noord-spanje dat de grootste cannabis plantage werd gevonden? Spannend spannend.

Etappe 88 – Aviles naar San Juan de Pinera – 28,4 km – 2.174,7 km – dag 22

Helemaal andere tocht dan gisteren én we zijn de 3 voorbij. Nog een kleine 290 km te gaan. Vertrek uit Aviles met zon en wolken. Rustig op het gemeenteplein na de uitspattingen gisterenavond.

Gemeenteplein Aviles

Enkel nog een podium stond er nog. Ook mooiere omgeving dan gisteren om de stad te verlaten.

Podium

Nog een laatste blik en dan westwaarts. Het is meestal zo dat de markeringen van de route (schelpen of gele pijlen) en de kaart overeen komen. Maar nu plots stuurden de pijlen me een gans andere route op. Steeds vervelend. Een paar jaar geleden werd hier de autoweg aangelegd en dat zorgde wel voor een aantal aanpassingen. Misschien was ik wel op een oude route?

Klopt de aanduiding wel

Ik heb toen wel de goede keuze gemaakt blijkbaar, want een paar km verder toch op de beschreven route terug en het was een aangename bosweg.

We waren verder weg van de kust vandaag. Heel rustig ook. Geen pelgrims gezien of gehoord. De Spanjaarden terug aan het werk. Wel af en toe een vergezicht en voorlopig nog droog.

De structuur van de wandeling blijft wel nog dezelfde. Ofwel een heuvelrug volgen wat een vrij vlakke weg geeft ofwel kruisen en dan gaat het van top naar dal en terug omhoog. De autoweg lost dat anders op.

Van heuvel naar heuvel over het dal heen

Hier en daar, vooral in de kleinste dorpjes vind je nog wasplaatsen, lavoirs zoals in Frankrijk. Soms archaïsch en in slechte staat, soms moderner en netter zoals deze hier.

Klassieke “lavoir”

En zo komt de Rio de San sebastaban in zicht. Die brug daar beneden moet ik zometeen over.

Rio de San sebastaban

Enkel is er nog een heuveltop eerst over te steken. En lunchtijd. Ondertussen worden de dikkere grijze wolken vanuit het noordwesten talrijker.

Sote

De oversteek van de brug zelf zal ik me herinneren. Tussen de reling en een dikke stalen buis is er amper plaats om te stappen, zeker wanneer je een rugzak mee zeult.

Telkens moet je je voeten rond die bevestiging van de stootrand zwieren. Comfortabel is anders. En de wagens scheuren voorbij. Daar ook de Parijzenaar terug ontmoet. Hij was verwonderd van mijn vooruitgang, maar was zelf naar Aviles gereden met de bus en had de dar ervoor wat gesurfd vertelde hij. Voorbij de brug ging het weer stevig omhoog en liet ik hem gaan.

Eenmaal boven was er een opeenvolging van stroken door bos en dorpjes. Ondertussen vielen af en toe wat druppels. De regenponcho mocht uit de rugzak al bij het oversteken van de brug want een gure wind jaagde regen over alles heen.

In Muros bij het oversteken van de grote weg zaten een 4 tal jongeren (de Mexicaan oa) in de bar te schuilen (en te drinken). Iets ervoor een bellende Reiner voorbijgestapt. Hij was gestopt aan de herberg daar. “Buen Camino! Ah aus Belgien!!!” “Buen Camino Reiner”. De regen werd intenser en ik schuilde even tegen de kerkmuur. Staat daar aan de andere kant van het kerkplein de Parijzenaar in de deur van de bar te zwaaien. Dus daarheen, weg uit de regen. Na de koffie klaarde het op en stapten we pratend verder. Hij had Karolina uit Litouwen ook ontmoet. Ze was blijven plakken in Gijon zei hij.

Na een anderhalf uur babbelen en wandelen hield hij halt in El Pitu. Ik ging nog een beetje verder, langsheen de gigantische kerk van El Pitu naar de eindbestemming voor vandaag.

Kerk El Pitu doet wat zuid-amerikaans aan.

Etappe 87 – Gijon naar Aviles – 30,0 km – 2.146,3 km – dag 21

Samengevat deze etappe: de stad, industrie, groene tunnel, industrie, fiesta! Goed dat het niet regende.

Strand Gijon

Zoals elke grote stad biedt ook Gijon allerhande verrassingen. Naast het strand heb je de oude kantoren van de visveiling, de oudste necropool van de provincie, echte piraten en zoveel meer.

Echte piraten hier

Ook de lokale Godfried Van Bouillon die de Moren verdreef met het kruis bewaakt de cider flessenboom.

Cider flessen boom

En dan was er echt iets moois. Hier is een museum voor treinen. De historie van het spoor. Iets als train world bij ons.

Met vele modellen. Ook stukken die nog gerestaureerd moeten worden. Heel veel. Een kleine selectie:

Na het spektakel van al die treinen, wagons, spoorwegmateriaal en schroot was het tijd voor het saaier werk. Eén lange rechte lijn van verschillende kilometers om de stad uit te trekken. Samengesteld met die kilometers van gisteren gaat het over een flinke oppervlakte aan bebouwing in Gijon.

Huizen en huizen. Een huizenzee.

En dan is er de laatste heuvel in de stad en daar verschijnt een gans andere omgeving. Een gigantische fabriek strekt zich voor ons uit. Metaalbewerking van Arcelor Mital.

Door een kluwen aan wegen, sporen, viaducten en gigantische buizen slingert de Camino zich terug omhoog naast dit grommende monster.

Hoger en hoger gaat het, maar het lawaai blijft. Daarnaast rijden ook vrachtwagens af en aan, ook langs het weggetje waar ik omhoog stap. Het blijft een constant uitkijken voor het verkeer, vooral in die blinde bochten. Af en toe stopte ik om te kijken naar de fabriek in de hoop van een trein te zien rijden met vloeibaar staal of zo, maar het bleef enkel bij grommen en af en toe luid sissen. Ik denk dat hier de hoogovens staan.

Boven nog een laatste blik en de fabriek zwaaide me uit met een dikke stoompluim. Terug naar de groene rust en kalmte! Maar… ik wist nog niet wat er me te wachten stond over 8 kilometer.

Rust en kalmte. Groen en een aangename vrij vlakke grindweg tussen bomen. De Camino volgde een heuvellzm richting kust. Soms zie je leuke initiatieven langs de weg naar pelgrims toe, zoals deze schervenhoop waar iedere pelgrim zijn boodschap kan achterlaten.

Dat deden die Mexicaanse en Spaanse pelgrim waarschijnlijk ook juist voor ze me haastig inhaalde, alsof ze een tram moesten halen.

De Camino duikt de groene vallei in en ondanks de regenvoorspellingen blijft het droog. Dan is er een bocht, een afslag naar een grote weg e staat daar plots opnieuw een gigantische installatie van Arcelor Mital. Deze keer zou die mij de volgende kleine 16 kilometer! begeleiden naar Aviles. Gigantisch.

Ik vermoed dat hier een walserij of zo staat. Ook hier werd gewerkt en ook hier vlogen regelmatig auto’s en vrachtwagens voorbij, maar de weg was veel breder, gelukkig.

Dat hoogovens in de buurt staan bewijzen deze speciale wagons om vloeibaar ijzer te vervoeren. Naast het gebouw lag een voorraad ijzeren balken die door 2 gigantische rijdende kranen werden vervoerd. Het had iets gracieus, die rijdende mastodonten.

Tot in Aviles loopt de weg, tot in Aviles wordt die geflankeerd door opslagplaatsen en productie van Arcelor. Allerhande bedrijvigheid op deze 2de paasdag. Business goes on.

Aviles buitenwijken zien er wat grauw uit. Wat Borinage achtig. Overal ligt stof. Nog een 4km en dan aankomst in de binnenstad van Aviles. Daar een heel andere wereld terug. Heel druk en midden op straat hele lange tafels.

Blijkbaar was hier een grote eetpartij geweest.

Overal werd opgeruimd, maar ook cider geschonken in een grote boog uit groene flessen in plastic bekers. En aan de mensen te zien waren er die al wat op hadden.

Ook de feestwagens en de figuranten in lokale klederdracht verliete´ het centrum. Ondertussen begon het te miezeren.

Terwijl op de pleintjes gezongen en gefeest werd kwamen werklui en grote vrachtwagens alles opruimen en opladen.

Morgen een nieuwe start.

Etappe 60 : Osserain naar Larcevaux – 29,6 km (1.580,7km)

Stephane

Weer geluk vandaag als ik naar de lucht kijk. Blauw en zonnig. Vannacht regende het, maar de buien zijn overgetrokken. Het ontbijt in de door Britten uitgebate B&B is ok. Ik kan er dus weer tegen, want er staan 2 flinke klauterpartijen op het programma.

Eerst de rivier over. Die stroomt tegen vreemde steenformaties aan. Niet alledaags.

De witte bergtoppen, die ik gisteren zag zitten verstopt achter dikke wolken. En dan kwam ik Stephane tegen.

Stephane vertrokken vanuit Limoges. Samen gestapt tot Saint-Palais. Daar afscheid genomen want ik wou er per se nog iets eten en hij trok verder.

Na middag kwamen 2 beklimmingen. Hier startte de eerste. Een betonnen pad eerst hielp het klimmen. Al vlug vetraagde mijn snelheid en kwamen regelmatige haltes.

Wel was het uitzicht soms adembenemend, en ook de besneeuwde toppen kwamen terug piepen. Boven aangekomen was het minder aangenaam door de kille stevige wind. Een paar beelden verwelkomen de bezoekers op de top.

Na de klim ging het stevig naar beneden. Ondertussen waren hoog in de lucht verschillende vogels met gigantische vleugels aan het ronddraaien. Ik vermoed gieren, want die beestjes zijn ondertussen terug uitgezet in de Pyreneeën. Echt gigantisch. De tocht ging vervolgens steil naar beneden het dal in.

Maar het was wat ik andere kant zag die mij wat minder op mijn gemak stelde. Dat pad steil omhoog… Toch niet het vervolg van de tocht? Tijdens het afdalen kon ik volop genieten van de vergezichten.

Beneden in het dal stond de gedenksteen in het baskisch. Blijkt de samenkomst te zijn van 3 caminos van Frankrijk, waaronder de populaire vanuit le Puy en Vellay, die door de Fransen zelf wordt gestapt.

Mijn vrees was gegrond daarstraks. Het pad omhoog was het vervolg van de tocht. Flink de hoogte in dus.

En heel vreemd qua ondergrond. Zachte vlakke rots, die volop afschilfert. De tocht ging traag. Vervelender werd wel de wind, die koud en stevig werd. Heel onaangenaam bergop en wind tegen. Ik moest constant mijn hoed vasthouden of ie was weg.

Na flink zwoegen was de top zichtbaar. Daar staat een kapel met oa waterkraantje. En wie stond me daar op te wachten. Stephane.

Samen zetten we dan de tocht verder. De landschappen bleven schitterend. Enkel de wind was vervelend. De tocht ging verder omhoog en dan omlaag.

We gingen verder en in Ostabat besloot Stephane zijn tentje op te zetten voor de nacht. Hij stapte de plaatselijke bar binnen na afscheid te hebben genomen. Ik stapte nog een 5km verder. En toen ik aankwam toonde de lucht dat er morgen nog wat meer wind te verwachten was.

Etappe 59 : Orthez naar Osserain – 29,9 km (1.551,3 km)

Verdraaid. Waar loop ik nu eigenlijk rond?

De streek werd gisteren terug heuvelachtiger en vandaag zou het nog erger worden. Maar vooraleer de tocht aan te vatten kocht ik eerst de treintickets om vrijdag naar huis terug te rijden. Na het bezoek aan het station verliet ik Ortez over de nieuwe autobrug en zo kon ik een foto maken van de oude brug met ongelijke bogen.

Le vieux pont d’Ortez

De tocht vandaag ging veel minder langs tarmac, maar meer door bos en weilanden. De hoogteverschillen leidden wel tot gek zicht zoals dat kerkje dat daar beneden lag.

Vreemd heerschap ontmoet rond de middag. Een leuk beeld van een pelgrim dat me deze middag gezelschap hield tijdens het eten op een bankje onderweg.

Het was een hele natuurrijke wandeling vandaag. Slechts één frustratie. De kaart van mijn gids ,de “mjammjamdodo”, was volledig fout. Zo fout dat ik helemaal niet meer wist waar ik was! Hoe lang de tocht zou duren en of ik wel in de juiste richting stapte. Wel kon ik steeds de tekens van de Camino  onderweg volgen. Gelukkig maar! De problemen begonnen al bij deze klim.

Gelukkig waren er de vele mooie bloemen en planten langs de weg zoals deze prachtige orchideetjes. Ik wist niet waar ik was, maar waar ik was, was het wel mooi.

En mag ik jullie, wel wat vroeg, deze meiklokjes aanbieden.

Zoals gemeld had ik eigenlijk geen flauw idee waar ik was; buiten, dat wel,  ergens in de bossen. Een mens krijgt dan toch ook honger en ik ging even zitten om een hapje te eten en vooral om te drinken. Een houtstapel zou een ideale zitplaats moeten zijn, totdat…

Ik zat amper neer of een hele horde mieren overspoelde mij, mijn rugzak, mijn eten, mijn hoed… ik vloog meteen terug recht en stond daar als een gek rond te dansen om me van die beestjes te ontdoen. Brrrr…

Dat de Pyreneeën in de buurt waren was wel duidelijk! Als de tocht naar boven ging zag je in de verte een paar besneeuwde bergtoppen “naderen”. Maar door de nevel waren ze niet zo goed te fotograferen. Daarom een paar paarden erbij.

De natuurpaden zijn heerlijk om langs te stappen. Door bossen, weiden en heide. Niet steeds comfortabel, maar wel heel avontuurlijk en heel afwisselend. Zoals op de foto hieronder. Inderdaad, dit is een wandelpad!

Na de middag pakten de regenwolken zich samen, en uiteindelijk vielen de regendruppels uit de lucht. En kijk maar wat de koeien deden, toen het regende. Ze schuilden onder de bomen. Slimme dieren! Ik integendeel liep verder door de regen. Met regencape aan wel te verstaan!

Het einde van de dagtocht liep door een vallei en in de verte waren de stadsmuren van Osserain te zien. Indrukwekkend hoog wel. Als je dit als arme soldaat moest opklimmen tijdens een belegering….brr ik durf er niet aan te denken.

Blijkbaar werd er uiteindelijk van mij verwacht dat ik na al die wandelkilometers dartel de trappen opstormde.

Ik ben wel boven geraakt, maar door af en toe halt te houden en ondertussen rond te kijken. Zo zag ik dan de resten van de oude brug staan.

Aan de overzijde geraak je niet via dit exemplaar.

Etappe 50 : Ste-Foye naar Pellegrue – 23,8 km (1.281,6 km)

Een rustige zondag trekkend door de wijngaarden

Zo is de dag eigenlijk verlopen. Eerst boodschappen gedaan want de gite communal had verwittigd dat op zondagavond niks te krijgen is in Pellegrue. De Dordogne verlaten en langs een lange saaie departementale eerst 4 km moeten stappen vooraleer de route omhoog de wijngaarden in trok.

De route sli gerde zich langs hele kalme wegen of zelfs door graspaden tussen wijngaarden. Die wijngaarden zijn goed onderhouden en je ziet aan de gebouwen dat de teelt lukratiever moet zijn dan gewone landbouw. Maar investeringen zijn er wel nodig.

Bij een uitgebrande hoeve kwam ik plots 3 jonge pelgrims tegen. Fransen op stap naar Compostela. Ze zagen er wat verfromaaid uit en wat verderop haalden ze me in.

Ander volk dat ik tegenkwam waren een groep heren en dames die een grot uit aan het opruimen waren. Me emmers werd de kalk en steengruis omhoog geheven en uitgestort. Ze waren wat verder weg in het bos anders had ik hen kunnen vragen wat ze aan het uitspoken waren.

En een andere gast onderweg vandaag was een speciale vogel, nl. een hop. Mooi! Als je die niet kent eens googelen.

Ziezo, vanavond overnacht ik in de refuge van Pelegrue. De 3 Fransen van daarstraks zijn zich komen douchen, maar waar ze slapen weet ik niet. Overnachten doe ik met zicht op marktgebouw. Tot morgen.

Etappe 48 : Saint-Astier naar Mussidan – 31,0 km (1.222,2 km)

Een stevige wandeling maar heel mooi.

De dag startte zonnig en de ganse dag bleef de zon prominent aanwezig. Vanuit de gite moest ik eerst naar het centrum van Saint Astier wandelen.

Eerst een bezoek aan de kerk. Daar was de organist volop aan het repeteren voor een recital volgend weekend. Een bezoek met muzikale begeleiding.

Daarna wat boodschappen in de lokale supermarkt en uiteindelijk was het toch flink 10 uur vooraleer ik goed gestart was met stappen.

Het landschap was golvend en open, maar de wandeling had vandaag toch 2 flinke daal-en klauterpartijen in peto. Rond 11u30 was ik even gestopt om de eerste van mijn kledinglaagjes uit te spelen of ik ontmoette een stapper, een Fransman die lokaal aan het oefenen was om later de echte Camino te stappen.

Wat verderop stond een richtingaanwijzer met Santiago 1.119 km. En wie fotografeerde? Collega pelgrim Wu, die ik gisteren verlaten had met een “bis morgen”. Hij was 2 maal verloren gelopen deze morgen. We liepen dan samen anderhalf uur verder. Dan liet hij me verder stappen want hij wou toch even rusten.

Wat verderop in de wei heel veel blauwe bloemen. Massa’s orchideeën. Vorig jaar heb ik er al een paar gefotografeerd.

De tocht liep vandaag vooral over paadjes en grindwegen. Wat een luxe. Bijna geen auto’s gezien vandaag.

Een plezier voor een pelgrim onderweg is een zitbank. Hier degene die ik deze middag ontmoette om te lunchen, daarachter een lavoir.

De tocht ging terug naar de rivier L’isle. Dus terug naar beneden en daarna terug naar boven. De hoogste top achter de rug kwam de Camino op een plateau terecht. Gewoon prachtig. Een soort heidelandschap met sparren en heideplanten. En wat een heerlijke geuren. Heel stil ook.

Soms had ik het gevoel dat dierbaren van mij aan het meestappen waren. Een vreemde gewaarwording zo reel was ze. Maar dan ging de tocht terug naar de rivier beneden. Mooie vergezichten waren er te zien.

Beneden ging de tocht lzngs de L’isle naar Mussidan. Het was al 18u30 voorbij eer dat de torens in zicht kwamen.

Morgen staat er weer een dyevige wandeling klaar. Hopelijk ook even mooi.

Etappe 46 : Borges naar Perigeux – 25,4 km (1.164,7 km)

Mooie groene wandeling naar de stad.

Gisterenavond gegeten in de gite. De uitbater is een man en die leeft alleen want na een scheidingsproces van 3 jaar. We praatten over van alles en nog wat. Hij werkte voor de chambre de commerce, een soort Franse Voka. Het ging over de lokale producten en hoe die geteeld werden. Hij bezat onder andere een wijngaard en maakte wijn én zijn sterke drank. Een stoker had 14 liter drank gestookt (en 6 liter aangegeven aan de fiscus) om te mengen met nieuwe wijn en Pinneau te maken, die we natuurlijk moesten proeven. Voortreffelijk. Ook haalde hij zomertruffels uit de koelkast. Zijn zus had die meegebracht van bij haar thuis. Waren niet zo aromatisch als de wi tervariant maar je kon ze wat versnipperen over pasta vond hij.

Zoals gisteren gemeld is het landschap heel wat meer open dan de vorige dagen. Akkers die pas geploegd zijn. De lucht bleef ook vandaag mooi blauw.

Het was een mooie wandelweg vandaag, althans de eerste 15 km. Mooie wandelpaden in bos of via de weiden. Lekker zacht voor de voetzolen.

Gezelschap kreeg ik van een bekende, zeker als er een stukje weg af te stappen viel.

Muren langs het wandelpad, muren opgetrokken uit kalkblokken en overgroeid met een dikke moslaag en dat kilometerslang. Eigenaardig.

Na een 10-tal kilometer te hebben gewandeld kwam ik aan op een plaats die een bezienswaardigheid is volgens de gids; een unieke waterput. En ja, daar was ie dan en ook de Duitse pelgrim Wu stond er bij. We groetten elkaar hartelijk en dronken samen water. Wel klaagde hij dat de etappes wat lang waren en dat hij heel moe was bij aankomst. Hij wou de lengte van de dagtrips wat verkorten.

Na de lange wandeling door het bos kwam Perigeux stilaan dichterbij. Deze vesting werd aangelegd in 17de eeuw. Nu is het privé-eigendom. Leuk om in te wonen?

En ook vandaag een laatste klim van de dag die flink in de kuiten kroop. Plus dat de meeste automobilisten graag goed doorrijden maalte dit stuk het minst aanename van de dag. Ze razen heel dichtbij voorbij en je hebt weinig speling.

Perigeux heeft een oude geschiedenis en in de stad vind je veel sporen terug van zijn Romeinse geschiedenis zoals deze toren die de rest is van een Romeinse tempel.

Ik had me flink gehaast vandaag om een stukje stad te zien. Mesane is een museum at een Romeinse villa overkoepelt. Het gebouw beschermt eigenlijk de opgegraven restanten. Impressionant en ik ben blij dat ik dit nog kon meepikken.

De schilderingen van de muren zijn nog heel fris en kleurrijk.

Ook de stadsomwallingen staan nog heel prominent in de stad aanwezig. Na het Romeinse deel van mijn bezoek was het de beurt aan de kathedraal om een stempel te halen. Veel recentrr bouwwerk.

Als pelgrim mocht ik zelfs gratis de koorgang binnen, vanwaar je mooi zicht hebt op de dakstructuur.

Stilaan tijd omeen drukke dag af te sluiten met lekker eten. In een pizzarestaurant

Ik had apperitiefje kirr besteld, maar de patron vond dat degene die ik gekregen had er wat bleekjes uitzag en bracht me dan maar een andere om te vergelijken.

Objectief onderzoek kwam tot de conclusie dat de donkerste de lekkerste is 😉

Gezondheid!