Etappe 99 – San Marcos naar kathedraal van Sint Jakob in Santiago de Compostella- 6,4 km – 2.458,0 km – dag 32

1.494 pelgrims kwamen vandaag hun certificaat ophalen in Santiago. En één van hen ben ik dan.

Een van de laatste Camino wachters.

Een van de laatste Camino wachters toonde me de weg. De autoweg over en de stadsring. Een signaal dat ik er was en daar was het bord dat ik de stad introk. Vanaf nu enkel huizen.

Santiago here I am.

Het was nog vrij vroeg. Nog geen 10u en weinig volk op straat. Wel een eenzame pelgrim voor mij die de stad introk. Na de verplichtte tocht door de voorstad komt het oude stadsdeel.

Kathedraal nadert

Wat meer beweging. Smallere straten. De torens van de kathedraal duidelijker. Een pelgrim extra en daar zijn de statige gebouwen.

Alles onder één stralende zon. Fijn dat ik zo vroeg ben want ik kan het moment goed beleven. Velen stappen in gedachte met me mee.

Langs steegjes, trapjes en uiteindelijk door een overdekt straatje gaat het naar beneden.

De laatste meters zijn trappen

En daarna een bocht naar links en kom ik op het ruime bijna lege plein voor de kathedraal.

Kathedraalplein

Hier en daar zit of ligt een pelgrim op de stenen. Hoera, ik ben er. Het doel van de tocht is gehaald na zoveel stappen dagen, maanden, jaren…

Hoera, aangekomen na die gele stappen.

Na het ogenblik intens beleefd te hebben de paar pelgrims die ook aangekomen waren gevolgd naar het pelgrimcentrum. Daar de oorkonde afgehaald. Dat liep ontzettend goed. Eerst digitaal voorregistreren en dan naar een loket voor de afhandeling, de finale stempel en de Compostella.

De oorkonde

En dan tijd voor het ontbijt. Tijd om alles te laten bezinken en te kijken hoe de stroom pelgrims aanzwelde stilaan. Na mijn 2de koffie was het al flink druk aan het centrum.

Gezellige drukte

Terug naar het kathedraal plein om de dag verder te plannen en Santiago te bezoeken. Transitie van pelgrim naar toerist.

Indrukwekkend

Het verslag van wat ik verder in de stad zag wordt etappe 100.

Etappe 98 – Salceda naar San Marcos bij Monte de Gozo – 24,4 km – 2.451,4 km – dag 32

De laatste wandeldag.

Morgen kom ik in de voormiddag aan in Compostella. Het doet toch iets met een mens. De hele pelgrimstocht duurde uiteindelijk toch 100 dagen en bedroeg bijna 2,5 duizend km. Brrr…

Deze laatste stapdag was ook gevarieerd en had de nodige verrassingen in petto.

Zon!

Eerst en vooral het weer. De zon zette alle registers open. Ook de volgende dagen beloven aangenaam te worden om deze tocht uit te zwaaien blijkbaar.

De pensionuitbater had ook een verrassing in de vorm van een leuke ontbijtkoffie.

Good morning

Veel afscheid vandaag. De laatste kabbelende beekjes, de laatste koeien, geiten, schapen, katten en zelfs de grote perros aan hun ketting of in hun kooi of soms op straat. Zelfs dienen rare schaduw met zijn hoedje op is bijna weg.

Voetpaden waren er niet altijd

Er is ook een stevige poging ondernomen om de veiligheid van de vele pelgrims te verbeteren. Voetpaden, aangeduide oversteekplaatsen en zelfs speciale voetgangerstunnels. Dat hebben we niet zo vaak gezien daar aan de kust.

Ook fietsers hebben hun camino

Langs de weg zie je ook af en toe fietsers met pak en zak passeren die Buen camino roepen. Hier ging het bergaf. Dus is de fietsers al voorbij de bocht. Volgende keer neem ik de foto wanneer er bergop gereden wordt.

Wie er ook nog steeds bij zijn, zijn de Camino wachters. Zoals deze 2 hier. Zo dicht bijeen zie je ze toch niet vaak! Aankomst in O Pedrouzo e tijd voor een koffie, stempel halen in de bibliotheek en genieten van deze mooie muurschildering.

Camino kunst

Een groep schoolkinderen stapte et uit de bus. Die zou ik straks terug zien. Ze wilden allemaal weten waar ik vandaan kwam. American? Maar samen met een paar andere pelgrims trokken we verder. Een volgende verrassing kwam een paar km verder! En wat voor één.

Uppupa epops

Het vogeltje langs de weg. Een niet alledaagse verschijning bij ons. Heel herkenbaar aan zijn beige, wit en zwarte verenkleed en zijn opvallende kuif.

Zie je hem pikken in het gras? Een hop! Tof. Zo dichtbij! Daarna volgde nog een vrij lange klim richting landingsbaan en autoweg. Van over de autoweg via deze brug komt de Camino del Norte – directe weg op de Camino Frances.

Meteen een paar meter verder is de grens van Santiago de compostella. Een beeld met allerhande spullen rond geeft dit aan.

Ik heb er ook een hangertje bij gelegd. Het was ondertussen 13u30. Picknicken. Ook de laatste keer.

Terwijl ik at, passeerden verschillende pelgrims maar ook de grote groep schoolkinderen. Weer vroegen ze waar ik vandaan kwam en wanneer ik Belgium, Belgica zei kreeg ik van de jongens vaak de namen van de voetballer die ze kenden. Courtois, Lukaku, Hazard, enz…

Laatste kerkjes (met gesloten deuren)

Nog een paar dorpjes, op en neer gaat de Camino. Ook op deze laatste kilometers krijgen we de nodige klauter meters. Een kerel met rugzak haalde me in en toen hij zag dat ik onderstaande muurschildering fotografeerde, haalde hij ook zijn Mobile uit om te fotograferen.

Nog wat naar beneden, een brugje over en wat verder stond ie dan. Camino wachter 10km rond. Met versleten schoenen. Op elke wachter ligt nu iets. Schoenen, keitjes, bloemen, enz

10 km

Moedig

Bijna boven op een heuveltop wordt ik traagjes ingehaald door een tandem met man en vrouw. Hij gaat werkelijk heel traag en ik haal hem terug bij. De vrouw stapt van de tandem en mankt met moeite naar boven. De man rijdt nu terug sneller naar boven, stapt af en komt de vrouw helpen naar boven te stappen. Ik geraak aan de praat met hen. Broer en zus. Van oorsprong uit Nederlands Limburg, maar nu wonende in Duitsland. “Ik heb een probleem om te stappen en dank zij mijn broer kan ik toch de tocht maken.” We geven elkaar nog moed en “het doet toch iets dat aankomen,he” zegt de broer. “Tot in Santiago, we zien elkaar daar wel!”

Broer en zus

En daar sta je dan met je mond vol tanden.

De 3 torens

Aangekomen in het pension. Maar na de douche en het verkleden wat verder gestapt om dit beeld te kunnen maken vanop de Monte do gozo. Ooit was de paus hier op bedevaart en een groot domein werd opgebouwd. Veel volk kan hier opgevangen worden.

Gelukkig is het rustig. Wel is men druk in de weer om grotere toeloop aan te kunnen. Gisteren waren er iets meer dan 1.200 pelgrims. Morgen zit ik ook in het dagcijfer.

Etappe 95 – Vilalba naar Pobra de Parga – 27,7 km – 2.331,5 km – dag 29

Door het stille groen.

Vertrek uit Vilalba gaf toch een hoopvol beeld. Een oude toren die mee is geïntegreerd in nieuwbouw. Blijkbaar een hotel.

Lekker slapen in oude toren.

Vandaag had ik de indruk in een groot weinig onderhouden Bokrijk te lopen. Veel natuur en af en toe oude gebouwen, triestig onderhouden.

Voor de culinairen onder jullie. Deze plant zie je vaak langs de weg. Idee wat het is? Wordt in de keuken gebruikt en er is ook een gekende drank die er van wordt gemaakt.

Antwoord morgen. De Camino wachter geeft 118 km aan. Dat betekent dus vanavond onder de 100! Hoera.

Eerste bokrijk gebouw, deze watermolen in verval. Het kabbelend beekje doet nog zijn werk, maar de molen heeft betere tijden gekend. De wegen zijn goed begaanbaar. Er zijn zelfs stroken bij waar volgens mij Julius Caesar nog is gepasseerd. Of was het een andere Romeinse veldheer hier in de streek?

Heirwegbrug?

Als ik aan een heerbaan denk, dan denk ik aan zo iets. De weggetjes en paden zijn vaak afgezoomd met platte stenen. Soms geeft dit zelfs een tunneleffect.

Ze hebben iets prehistorisch, iets Keltisch vind ik. Veel mos die al die spullen een oude originele look geeft. Zoals gisteren weer een kerkhof gotische stijl bij de oversteek van de grote weg.

Naast bouwsels, erfgoed (er rijden hier wagens rond die ik al 30 tot 40 jaar niet meer heb zien rijden) is er nog steeds de natuurpracht met vogels allerhande en deze paddestoelen bv.

Ik moet eerlijk zijn. Ik heb ze opgemerkt omdat één van de voor mij lopende pelgrims ze fotografeerde. 3 Duitsers op stap, die wat verderop halt hielden om te drinken. Ik drink een grote als ik de 100 voorbij ben zei ik hen.

Duitse kolonne

En wat verderop opnieuw een stukje Bokrijk. Oud bruggetje met daar juist een Spaanse pelgrim op. Leuk toch.

Compostella, hier kom ik.

Ondertussen was ik Baamonde genaderd. Vooraleer in de stad aan te komen de Parijzenaar ontmoet die ik feliciteerde met de overwinning van Macron. (Hij is hevige fan en ook van Verhofstad) Pratend gingen we dus naar Baamonde en daar hebben we samen gegeten. Reiner, de Nederlandet, zat er ook en was juist klaar met eten. In San Alberte deze mooie kapel en nog mooiere boom gespot. Beide kunnen in Bokrijk. Alhoewel het spreekwoord zegt dat je oude bomen niet verplant. En samen kwamen we dan aan de 100km.

Eigenlijk is er geen 100 km Camino wachter, maar een aantal goede zielen hebben dan maar zelf monumentje gemaakt om de 100 km te plaatsen en 6 meter voor de wachter vind je dit.

Nog 100 km

Leuk. Na de strook langs de weg draait de Camino de bossen in voor een laatste kapel.

Boskapel

En dan weer iets vreemds. 2 Camino wachters. Met 2 verschillende afstanden! Plots krijg ik er een kleine 10 km cadeau.

Links of rechts?

De keuze is de oude wat mer bewoonde langere route of de ‘eenzamere’ kortere route. Die laatste is het geworden en dus ben ik vertrokken voor een 20 km door bos en wei. Toch vind je hier af en toe constructies.

Heel stil allemaal. Er is wel een werknemer en verderop staan nog een 3-tal van die constructies. Met omheining en bord verboden toegang. Megastallen? Of iets anders? Was het niet in noord-spanje dat de grootste cannabis plantage werd gevonden? Spannend spannend.

Etappe 67 – Irun naar San Sebastian (Donostia) – 29,1 km – 1721,2 km – dag 2

Het wordt een fikse trip vandaag naar San Sebastian. Eerst een fikse klim, dan een wandeling naar overzet gevolgd door een kustpad om te eindigen langs het strand.

De eerste paadjes vandaag. Gelukkig is het droog.

Vooraleer te vertrekken werd ik flink vertroeteld in de casa. Uitgebreid ontbijt met eitjes van de loslopende kippen. De uitbaatster gaf me nog fruit mee voor onderweg en vroeg bij het weg gaan of ik wel voldoende water mee had.

Lekker ontbijt

Na klimmen was de eerste halte de Ermita de Santiago, daar zag ik al een paar mensen met rugzak en toen ik aankwam vertrok er juist ene met een schelp het pad verderop in.

Ermita de Santiago

Gezien vandaag de eerste dag stappen was wilde ik niet te hevig starten. Ik koos voor de lagere conservatieve (lees minder zware) route en niet die over de kam die stevig klimt. Was maar goed ook zou blijken op het einde van de dag.

Wandelweg naar Pasai Donibane

Het was langs een breed bospad dat ik stapte. Het weer was prima droog en niet te warm. Wat lang maar wel interessant. Ten eerste omdat ik terug moet wennen aan klimmen en dalen. Zelfs dalen voel je flink in de kuiten met die rugzak. Ook geologisch, getuige deze foto.

Cursus geologie

Dat dalen kwam er na een goeie 10 km stappen. Het was een prima wandeling om de rugzak weer wat beter te leren kennen en die in balans te brengen. Flink hoog dragen op de heupen is de boodschap.

Wat ben ik blij dat het niet regent!

Na een stevige afdaling komt de Camino uit aan een rivier in Pasai Donibane. Daar moet je overheen met een kleine veerboot. Vooraleer je aan de pont bent wandel je langs de haven waar een autoschip broederlijk naast een boot beladen met schroot ligt. Nieuwe auto’s worden gelost en kapotte worden geladen. Waarheen?

Ijzer, oud en nieuw

Het zijn pitoresque nette dorpjes waar de tocht doorheen gaat. Alle teksten staan er in 2 talen. Spaans & Baskisch. Van dat laatste kan ik niet veel maken.

Passai Donibane

De overtocht naar de andere oever.

Veerpont naar Pasai San Pedro

Aan de andere zijde, Pasai San Pedro kom je uit in het oude visserij haventje waar de geschiedenis van de walvisvaarders en zelfs een teruggevonden schip voor New Foundland worden getoond. Bootarcheologie met een ganse oude scheepswerf waar de oude bootjes terug worden gebouwd.

Monument voor moedige walvisvaarders

Na wat eten en drinken gaat de tocht naar rechts, langsheen het water en langsheen de oude scheepswerf tot aan het einde van de baai.

Oude baggerboot met kuipen.

In de werf ligt ook een oude baggeraar met grote ketels. Toen ik klein was werd dat type gebruikt om de IJzer uit te baggeren. En kabaal dat dat ding maakte. Tijd voor het serieuze werk. Een betonnen trap en een verweerd bospad leiden verder naar een pad vol mooie vergezichten en de vuurtoren.

Omhoog via trappen
Trappen naar boven langsheen vuurtoren 1.

Verder omhoog klauteren en na de trappen gat de weg nog naar omhoog naar nog een vuurtoren.

Faro de la Plata

Roodborstjes, daar gaat het volgende verhaal over. Wat komen die dichtbij wanneer ik even halt hou om op adem te komen of iets te eten.

Roodborstje ofte Rubecula

Er was er eentje die bijna op mijn schoenen pikte, met de vleugels ligt open. Ik vermoed dat het mijn rode jas is die hen uitdaagt. Dat wordt oppassen als ik straks een stier tegen kom.

Het mooie wandelpad slingert zich langsheen de kustlijn met prachtige vergezichten.

Kustlijn van de Golf van Biskaje met de Playa7

En een volgende vuurtoren.

Na de ganse namiddag langsheen het kustpad te zijn gewandeld komt de Camino uiteindelijk op een asfaltweg uit richting bewoonde wereld. Richting San Sebastian. Daar ontmoette ik 2 Duitse pelgrims. Een jonge Felix en een oude Christian, beide ook vandaag gestart aan de camino. Morgen wordt weer een stramme start herinnerde Christian ons, want beide hadden voor de Corona ook al Camino ervaring.

Pelgrims

En uiteindelijk terug de bewoonde wereld. Tussen de bomen een glimp van de baai met prachtige gouden strand. Surfers dobberen op de golven en er zijn zelfs al moedige baders.

Baai met gouden strand.

Verder doorheen de stad over bruggen en langsheen lanen en de dijk. Een verlokkelijke café con leche smaakte heerlijk en in de toeristische dienst kon ik al de stempel in het stempelboekje laten aanbrengen. Wel moet je hier in Spanje nog steeds mondkapje dragen in winkels.

Brug in San Sebastian

Overnachten doe ik op het uiteinde van de stad, een stukje de hoogte in. Zo kan ik morgenvroeg stram en stijf terug op stap. Voor het eten terug naar beneden, maar dat was met de bus.

Etappe 64 : Espelette naar Ascain – 19,3 km – (1.665,5 km)

De Camino Bidasoa – etappe 2

De tocht door de lage Pyreneeën naar de kust loopt verder. Bij het verlaten nog een foto van Espelette, bekend voor “le piment”. Die piment zie je hangen aan de gevel.

Bij het verlaten van Espelette ging de tocht meteen neerwaarts richting de lavoir. Ook hier in Baskenland zijn die oude wasplaatsen vaak aanwezig.

Meteen daarna slingerde het pad zich weer omhoog richting een hangbrug, die over de ringweg van Espelette hangt om de voetgangers veilig aan de overkant te leiden.

Voie Nive Bidasoa staat er te lezen op de wegwijzers met de schelp.

En die Camino Bidasoa loopt verder richting een heuvelkam waarover ik deze voormiddag zal lopen. De weg erheen is een flinke klim, maar eenmaal boven is er weinig niveauverschil en loopt het vrij vlot. Rechts van het pad vallen de kruinen van vele tamme kastanjebomen op. Er zijn er hier massa’s van, van deze tamme kastanjebomen.

Een onverwachte ontmoeting met een regenworm. Maar geen gewone regenworm. Het kruipend exemplaar was een kleine halve meter lang! Jawel, bijna 50 cm! Voor de vergelijking heb ik er mijn voet naast geplaatst.

Ook andere dierlijke ontmoetingen vandaag zorgden voor de nodige verwondering vandaag. De tocht trok lover de heuvelkam verder  langs de bovenzijde van een steengroeve waar borden waarschuwden voor dynamitage. Vervolgens plots een bocht en hopla, daar gaat het pad de dieperik in. Die losse kiezels zijn wel verraderlijk als je naar beneden moet.

Eenmaal beneden gaat het terug naar boven met overal groen om je heen. Heel veel groen. Ook in de hogere regionen. Nu is het wel zo dat dit de lagere route is eigenlijk. De hoge boomloze toppen vermijd ik gelukkig.

Dit beeld doet me denken aan de tekeningen in de krant Het Volkske over de tour de france. De bergen met rond hun top een wolkenband.

Prachtige oude eiken kom je ook tegen. Heel majestueus bieden ze een flink pak schaduw tijdens deze warme lentedagen. Via het nieuws hoor ik dat heel Frankrijk en België kreunen onder de hitte, maar hier valt het goed mee.

Saint-Pee sur Nivelles is het volgende dorpje waar ik doorheen wandel. Veel volk loopt er hier niet rond.

Wel zie je heel wat mooie huizen in Baskenland. Oostenrijkse stijl maar met rood witte luiken. Heel typisch Baskenland en mooier dan in het hartje van Frankrijk.

Volgende beestige ontmoeting, volgende verwondering op de tocht vandaag. Op de hogere vlaktes lopen de paarden en pony’s vrij rond. Een paar van die dieren hebben een bel om de hals.

Deze foto werd op de top van de heuvel genomen. De paarden zelf lopen vrij rond maar zijn vrij mak. Wat verderop een ontmoeting met andere beestjes. Varkens, ook rondlopend op een wei. Dit exemplaar was er heel moe van.

Zijn collega varkentjes knorden wat verderop. Het is een speciaal Baskisch ras dat bijna uitgestorven was in 1984, maar nu weer stevig geteeld wordt. Le Kintoa is de naam en het zou zijn unieke smaak onder andere hebben door de eikels die ze verorberen.

In de verte viel in het landschap van weidegroen een rare streep op, die naar boven wees richting de bergtop wat verderop.

Blijkt dat het één van de oudste tandradtreintjes is in Frankrijk. Als je goed kijkt zie je zo een treintje de bergwand opklimmen. De wandelweg zelf daalde af richting Ascain via een rotsachtig pad. La Rhune is de naam.

Bij het steil afdalen was het wel uitkijken om niet weg te rollen op al die keien en tussen al die keien keken een paar oogjes mij nieuwsgierig aan.

Het beestje was wel bijna 20 cm lang. Dat is al flink groot. Een dino in mini dus. Dat was de laatste beestige ontmoeting van de dag.

In Ascain zelf kreeg ik nog wat cultuur voorgeschoteld door de lokale dansgroep. Fijne manier om deze wondere dag af te sluiten.

Etappe 51 : Perregrue naar La Reolle – 28,8 km (1.310,4 km)

Nog een beeld van gisteren of hoe men hier bomen restaureert. Polyurethaan schuim inspuiten.

Vrij vroeg vertrokken vanmorgen. De marktplaats achtergelaten en even langs de kerk van Perregrue gestapt.

Blijkbaar was die hoger vroeger. De tocht daalde af naar een riviertje en langs de weg dit sympathieke bord dat eigenlijk geen luxe is op sommige wegen. Gelukkig was het hier rustig.

Maar wie plukt er al die druiven?

Is toch een vraag die je je stelt als je door die opeenvolgende wijngaarden stapt. Duizenden wijnstokken staan hier naast een. De meeste zijn kort geknipt, klaar voor de komende lente en zomer.

Een uitzondering is nog niet onder handen genomen. Zie je het verschil? Vrij intensief werk allemaal.

Tussen die wijngaarden door nog een paar huppelende reeën gezien. Vrij dicht maar foto trekken? Neen.

Een stukje antwoord op die vraag van wie plukt. Veel seizoenarbeiders en fie hebben ook sanitair nodig.

Halfweg de dag door het stadje Saint-ferme gestapt. Zoals zoveel dorpen omzeggens uitgestorven maar de van oorsprong 12de eeuwse kerk is impressionant.

Naarmate de dag vorderde nam jet aantal wijngaarden wat af. Meer akkers verschenen maar de Entre-deux-mers wijngaarden bleven aanwezig.

Wie zou daar wonen? Ruïnes van een kasteel die deels hergebruikt worden als woning. Lekker boven op een rots.

En zo kwam ik aan in Saint-Reole. Heel antiek stadje met minuscuul smalle straatjes en veel huizrn van plak en stak. Ik wou nog een stempel halen in het stadhuis, maar uitzonderlijk gesloten, alle diensten.

Morgenochtend nog eens proberen.

Ondertussen staat Frankrijk verbouwereerd te kijken op televisie naar de brand van de Notre dame de Paris. Vorig jaar was ik er nog en haalde ik er een stempel voor mijn credential.

Vreemd hoe het kan verkeren.

Etappe 50 : Ste-Foye naar Pellegrue – 23,8 km (1.281,6 km)

Een rustige zondag trekkend door de wijngaarden

Zo is de dag eigenlijk verlopen. Eerst boodschappen gedaan want de gite communal had verwittigd dat op zondagavond niks te krijgen is in Pellegrue. De Dordogne verlaten en langs een lange saaie departementale eerst 4 km moeten stappen vooraleer de route omhoog de wijngaarden in trok.

De route sli gerde zich langs hele kalme wegen of zelfs door graspaden tussen wijngaarden. Die wijngaarden zijn goed onderhouden en je ziet aan de gebouwen dat de teelt lukratiever moet zijn dan gewone landbouw. Maar investeringen zijn er wel nodig.

Bij een uitgebrande hoeve kwam ik plots 3 jonge pelgrims tegen. Fransen op stap naar Compostela. Ze zagen er wat verfromaaid uit en wat verderop haalden ze me in.

Ander volk dat ik tegenkwam waren een groep heren en dames die een grot uit aan het opruimen waren. Me emmers werd de kalk en steengruis omhoog geheven en uitgestort. Ze waren wat verder weg in het bos anders had ik hen kunnen vragen wat ze aan het uitspoken waren.

En een andere gast onderweg vandaag was een speciale vogel, nl. een hop. Mooi! Als je die niet kent eens googelen.

Ziezo, vanavond overnacht ik in de refuge van Pelegrue. De 3 Fransen van daarstraks zijn zich komen douchen, maar waar ze slapen weet ik niet. Overnachten doe ik met zicht op marktgebouw. Tot morgen.

Etappe 47 : Perigeux naar Saint-Astier – 26,5 km (1.191,2km)

Merkwaardige ontmoetingen en een boswandeling

En zo ben ik ’s morgens nog maar pas vertrokken in Perigeux of daar kwam de eerste ontmoeting al. Ik werd geroepen door een man. Of ik de Saint-Jacques deed, waar ik vandaan kwam, dat hij ook gestapt had, dat zijn nazm Jorge was, enz, enz… ik wou verder stappen, mazr hij liet me niet gaan. Ik moest een geschenk aanvaarden van hem en zo kreeg ik het boek dat hij over zijn Camino heeft geschreven en hij schreef er zelf npg een boodschap in voor mij.

Dan ging de tocht de stad uit. Meestal is dat niet de meest boeiende strook van de tocht maar deze keer viel het niet echt tegen. Afwisseling was er wel.

Langs de invalsweg was zelfs een speciale strook voor fietsers en voetgangers.

Een volgende ontmoeting was meer spiritueel van aard met een bezoek aan een abdij, volop in herstel en renovatie. Hierbij wat beelden.

De abdij van Chancelade. Ernaast was een kleine kapel waar ik met mijn rugzak aan bijna niet binnen geraakte.

Na wat rondgekeken te hebben, verder gestapt. Al snel dook de route het bos in met stijgen en dalen. Op het laagste punt vind je vaak een lavoir, een wasplaats en ook hier was dat zo.

De volgende uren werd ik onder gedompeld in het bos. Daar kwam ik de volgende ontmoeting tegen. Ik zag ze niet maar hoorde toen ik juist pauzeerde en aan het eten was. Wat verderop was plots een everzwijn aan het roepen. Niet zo aangenaam als je rustig op een boomstronk aan het eten bent. En zo een ever roept luid! Om eerlijk te zijn voelde ik me niet zo op mijn gemak.

Wat verderop zag ik heel wat sporen van omgewoelde grond op en naast het pad. Iets anders wat ik zag waren onderstaande bloemen die beginnen aan de bloei. Mooi, alleen benieuwd wat het zijn want geen idee.

Tekenen van de Camino vind je op de meest rare plaatsen zoals deze bengelende schelp met “bon chemin” op geschreven midden in het bos.

En na 2 fikse klimwandelingen gevolgd door evenveel afdalingen kwam ik aan in de vallei van l’isle, rivier met jaagpad naast. En wie loopt er naast dat jaagpad? Weer een ontmoeting. Medepelgrim Wu!

Samen wandelden we dan verder langs de rivier, die wel wat vetval heeft. Waterkrachtcentrales (in het witte gebouw) zorgen er voor electrische stroom.

We stappen samen over de dansende brug, waar je voetstappen de brug doen lichtjes bewegen. Vreemd.

En zo komen we samen aan in Saint-Astier, bestemming voor de dag.

Etappe 46 : Borges naar Perigeux – 25,4 km (1.164,7 km)

Mooie groene wandeling naar de stad.

Gisterenavond gegeten in de gite. De uitbater is een man en die leeft alleen want na een scheidingsproces van 3 jaar. We praatten over van alles en nog wat. Hij werkte voor de chambre de commerce, een soort Franse Voka. Het ging over de lokale producten en hoe die geteeld werden. Hij bezat onder andere een wijngaard en maakte wijn én zijn sterke drank. Een stoker had 14 liter drank gestookt (en 6 liter aangegeven aan de fiscus) om te mengen met nieuwe wijn en Pinneau te maken, die we natuurlijk moesten proeven. Voortreffelijk. Ook haalde hij zomertruffels uit de koelkast. Zijn zus had die meegebracht van bij haar thuis. Waren niet zo aromatisch als de wi tervariant maar je kon ze wat versnipperen over pasta vond hij.

Zoals gisteren gemeld is het landschap heel wat meer open dan de vorige dagen. Akkers die pas geploegd zijn. De lucht bleef ook vandaag mooi blauw.

Het was een mooie wandelweg vandaag, althans de eerste 15 km. Mooie wandelpaden in bos of via de weiden. Lekker zacht voor de voetzolen.

Gezelschap kreeg ik van een bekende, zeker als er een stukje weg af te stappen viel.

Muren langs het wandelpad, muren opgetrokken uit kalkblokken en overgroeid met een dikke moslaag en dat kilometerslang. Eigenaardig.

Na een 10-tal kilometer te hebben gewandeld kwam ik aan op een plaats die een bezienswaardigheid is volgens de gids; een unieke waterput. En ja, daar was ie dan en ook de Duitse pelgrim Wu stond er bij. We groetten elkaar hartelijk en dronken samen water. Wel klaagde hij dat de etappes wat lang waren en dat hij heel moe was bij aankomst. Hij wou de lengte van de dagtrips wat verkorten.

Na de lange wandeling door het bos kwam Perigeux stilaan dichterbij. Deze vesting werd aangelegd in 17de eeuw. Nu is het privé-eigendom. Leuk om in te wonen?

En ook vandaag een laatste klim van de dag die flink in de kuiten kroop. Plus dat de meeste automobilisten graag goed doorrijden maalte dit stuk het minst aanename van de dag. Ze razen heel dichtbij voorbij en je hebt weinig speling.

Perigeux heeft een oude geschiedenis en in de stad vind je veel sporen terug van zijn Romeinse geschiedenis zoals deze toren die de rest is van een Romeinse tempel.

Ik had me flink gehaast vandaag om een stukje stad te zien. Mesane is een museum at een Romeinse villa overkoepelt. Het gebouw beschermt eigenlijk de opgegraven restanten. Impressionant en ik ben blij dat ik dit nog kon meepikken.

De schilderingen van de muren zijn nog heel fris en kleurrijk.

Ook de stadsomwallingen staan nog heel prominent in de stad aanwezig. Na het Romeinse deel van mijn bezoek was het de beurt aan de kathedraal om een stempel te halen. Veel recentrr bouwwerk.

Als pelgrim mocht ik zelfs gratis de koorgang binnen, vanwaar je mooi zicht hebt op de dakstructuur.

Stilaan tijd omeen drukke dag af te sluiten met lekker eten. In een pizzarestaurant

Ik had apperitiefje kirr besteld, maar de patron vond dat degene die ik gekregen had er wat bleekjes uitzag en bracht me dan maar een andere om te vergelijken.

Objectief onderzoek kwam tot de conclusie dat de donkerste de lekkerste is 😉

Gezondheid!

Etappe 45 – Thiviers naar Borges – 23,4 km – (1.139,3 km)

Een Englishman in … Thiviers

Hotel de France et de Russie, zo heet het hotel waar ik overnachtte. Wel gesloten op maandag, maar voor pelgrims deed de patron wel open en ik kreeg ook een pelgrimsmenu. Die patron sprak eigenlijk English. Tijdens het eten aan de babbel geslagen en bleek hij na een carriere van 40 jaar supermarktdirecteur bij Waitrose in Uk samen met zijn vrouw 3 jaar geleden dit hotel te zijn opgestart.

Ze baten het nu samen uit, nu de 4 kinderen over de wereld zijn uitgezworven. Ze doen het met hart en ziel samen met een stukje British flair. Nice!

Koekoekendag

Vandaag veranderde het landschap terug. De weiden maakten plaats voor akkers met leem en blokken krijt.

En de ganse dag koekoeken. Net alsof je zo een koekoeksklok bij je hebt. Hun geroep was omzeggens nooit uit de lucht.

Af en toe schoof het landschap open met mooie vergezichten. De hoogtes en laagtes echter waren veel minder uitgesproken dan de vorige dagen. En blauwe luchten, doorspekt met flinke wolkenpartijen. Schitterend wandelweer kortom.

En zo ben ik de Perigord in gestapt. Morgen is Perigeux op het programma. Dit is de streek van foie gras, truffels en noten. De eerste ganzenboerderij voorbij gestapt met weinig beweging en veel ganzen. De meeste dieren zitten gewoon op de grond naast de voederbak en eten.

En dan kwam de route op de voie de Napoleon. Ik weet niet of hij er zelf over heeft gewandeld, of dat hij opdracht gaf ze aan te leggen, zeker is dat de weg dubbel zo breed is als de gewone wegen hier.

Af en toe staan er kruisen langs de weg. De meeste zijn uitgehouwen uit steen, sommige zijn in gietijzer. Dit exemplaar is zwart geverd en iemand had er een rozenkrans aan gehangen.

Zoals gezegd is dit ook de streek van okkernoten. Veel aangeplante stroken gezien van die laat bloeiende bomen. Ze staan er nog heel winters bij.

Eigenlijk slechts één dropje gezien onderweg. Negrondes en dat was zo dood als een pier. Om 13u, toen ik langsstapte was ook de bakker dicht. Wel onderstaand nieuw verkeersbord leren kennen daar.

En zo eindigde de tocht vandaag in Sorges, dorpje langs de N21, met een mooi kerkje in een fraai landschap.

In de gites waar ik overnacht is er zelfs geen gsm-dekking, maar gelukkig is er wel wifi! Tot morgen en dank voor het lezen.