Etappe 97 – Sobrado naar Salceda via Arzua – 34,5 km – 2.391,0 km – dag 31

Op naar de Camino Frances. Via deze Camino, die meer inlands loopt, gaat het grootste deel van de pelgrims naar Compostella. Dus daar zit of liever loopt, heel wat meer volk. Ik ben benieuwd. O ja, de klok was stil vannacht.

Mist in de abdijtuin

Eerst gaan ontbijten en er Rainer, de Nederlander ontmoet. Die had ook hier overnacht en ging naar Arzua vandaag. Hij had Roland (de Parijzenaar waar ik het al over gehad heb.) en anderen nog gezien gisteren, maar die waren al wat verder getrokken. Hij was hier gebleven door het onweer. Vrij vroeg op stap. Vandaag krijg ik de keuze. Of kort en krachtig door een saai landschap langs de weg 20 km lang, of een ommetje langs Arzua en daar al de Camino Frances opgaan. Meer variatie, maar iets meer km.

De Caminowachter gaf 59 km aan. Maar daar komt straks iets bij. De rekening klopt niet altijd. Maar als je al meer dan 2.000 km gestapt hebt steekt het niet nauw.

De eerste helft vandaag was een geleidelijke afdaling naar Boimorto. Dat verliep langs mooie boswegels, zacht om te stappen. In Boimorto kiezen richting Arzua, zo een 12 km meer Camino Frances op het programma.

Zachter om te stappen. Heerlijk

Vanaf Boimorto werd het opnieuw een rustige asfaltweg door de weiden en de bossen van eucalyptus. De laatste dagen heb ik wel wat pijn aan de bovenkant van mijn voet, vooral op die asfaltwegen en dalen doet ook geen deugd. Wat versleten zeker?

Mooie luchten

Het weer zat wel prima vandaag. Droog, zo’n en wolken. Dus niet te warm en niet te koud. Na de lange afdaling dan toch een klim en aankomst in Arzua, één van de laatste etappeplaatsen van de Camino Frances. De sfeer is inderdaad anders. Meer huizen, meer bars en meer pelgrims lokken. Na een week in het dunbevolkte noorden is dit wel een flinke verandering.

Arzua

Let alleen al op de wimpeltjes. Kwestie van mensen zich welkom te voelen. Daar heel lekker een grote pizza gegeten. En wie komt daar binnen? De pelgrim die ik de eerste dagen van mijn tocht af en toe zag; Speedy. Een pelgrim uit Oost-europa, die ik af en toe zag maar eigenlijk geen contact mee kon maken. Vandaag toch dag kunnen zeggen. En toen ik met handen toonde dat het niet ver meer gaan was, kon er een lach van af.

Er loopt wel wat meer volk langs de Frances. Deze 3 vlogen voorbij. Wat verderop toch even kunnen praten. Eén was een Kroatië. En de magerste had enorm last van blaren op zijn voeten en tenen.

Voor deze laatste km maakte de Camino zich weer mooi met wandelingen in het groen langsheen tuinen met oa vijgen (na Pasen), met holle wegen, met vergezichten en weinig autoverkeer en asfalt. Hoera voor mijn voeten!

Lommerte op zonnige dagen

Vooral in de zomer zullen die groene tunnels wel geen luxe zijn om wat bescherming te krijgen van de zon. Dan is er mijn inziens ook veel meer volk. Heel wat bars edg waren nog dicht. Er zijn er ook in elk dorp en elkebar probeert origineel te zijn om bezoekers te trekken.

Massa’s getekende bierflessen

Deze positioneert zich als biergarten en hangt de ganse tuin vol met lege bierflessen, getekend door pelgrims.

Een andere had zijn muur vol versleten wandelschoenen hangen. Op een terras in Arzua had ik een oudere kerel opgemerkt achter een grote pint. Blijkbaar ook een pelgrim. Toen ik hem verderop opnieuw zag, zat hij terug op een terrasje achter een stevige pint en de derde keer stond hij in het midden van het gras om het hooien te filmen. Bij aankomst in Salceda liepen we samen voorbij de Caminowachter.

Bleek een Ier te zijn. Sedert 2014 gestart in Saint-Jean in de Pyreneeën. Goed dat we aankomen, zei hij. Hier overnacht ik. Maar eerst a cold beer. See you tomorrow. Dat beloofd.

Etappe 65 : Ascain naar Hendaye – 20,0 km (1.685,5 km)

Dit wordt opnieuw een tijdelijke halte, een tussenstop.  De Spaanse grens wordt de tijdelijke halte tot volgende lente. De wandeling vandaag startte onder een stralend zonnetje, maar al snel waren er wat wolken en vielen er een paar druppeltjes. Het werd warmer en vochtiger dan gisteren.

Dit laatste stukje Camino loopt door minder ruig landschap. Er is ook meer bewoning langs de weg,  wat minder hoge beklimmingen en een zachter glooiende omgeving.

Enkel in de verte zie je de toppen van de Pyreneeën die boven alles uitsteken. Er is ook nog steeds veel groen en er stroomt een kabbelend beekje.

Om halfweg de dag aan te komen in het warme Urrugne. Daar komt de kust Camino samen met de verbindingsweg vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port. Ik ben er even gestopt bij de kerk om iets te drinken want het werd behoorlijk warm.

Op het kerkplein een jonge pelgrimster ontmoet. Ze kwam uit Zwitserland en wilde ook halt houden in Hendaye. Wat verderop liep ze mij met stevige tred voorbij. Het was wat klimmen en dat is toevallig één van HAAR specialiteiten.. wanneer je uit Zwitserland komt.

En dan kwam de tijdelijke terminus in zicht. Het strand, de bergen de bomen in de verte. Dat is Spanje!

Eerst nog heel vaag, maar stapsgewijze duidelijker en duidelijker. Hendaye vooraan en aan de overzijde van het water het Spaanse Irun.

Beneden in Hendaye stapte ik tot aan de Pont de Saint-Jacques. Geen mooie brug, maar wel de brug die de weg opent naar de Camino del Norte en Espagna.

En halfweg deze brug, op de grens met Spanje eindigt deze tocht voorlopig.

Het vervolg is gepland in april volgend jaar 2020. Abonneer je op deze blog en je krijgt een bericht wanneer ik de tocht verder zet.

Etappe 64 : Espelette naar Ascain – 19,3 km – (1.665,5 km)

De Camino Bidasoa – etappe 2

De tocht door de lage Pyreneeën naar de kust loopt verder. Bij het verlaten nog een foto van Espelette, bekend voor “le piment”. Die piment zie je hangen aan de gevel.

Bij het verlaten van Espelette ging de tocht meteen neerwaarts richting de lavoir. Ook hier in Baskenland zijn die oude wasplaatsen vaak aanwezig.

Meteen daarna slingerde het pad zich weer omhoog richting een hangbrug, die over de ringweg van Espelette hangt om de voetgangers veilig aan de overkant te leiden.

Voie Nive Bidasoa staat er te lezen op de wegwijzers met de schelp.

En die Camino Bidasoa loopt verder richting een heuvelkam waarover ik deze voormiddag zal lopen. De weg erheen is een flinke klim, maar eenmaal boven is er weinig niveauverschil en loopt het vrij vlot. Rechts van het pad vallen de kruinen van vele tamme kastanjebomen op. Er zijn er hier massa’s van, van deze tamme kastanjebomen.

Een onverwachte ontmoeting met een regenworm. Maar geen gewone regenworm. Het kruipend exemplaar was een kleine halve meter lang! Jawel, bijna 50 cm! Voor de vergelijking heb ik er mijn voet naast geplaatst.

Ook andere dierlijke ontmoetingen vandaag zorgden voor de nodige verwondering vandaag. De tocht trok lover de heuvelkam verder  langs de bovenzijde van een steengroeve waar borden waarschuwden voor dynamitage. Vervolgens plots een bocht en hopla, daar gaat het pad de dieperik in. Die losse kiezels zijn wel verraderlijk als je naar beneden moet.

Eenmaal beneden gaat het terug naar boven met overal groen om je heen. Heel veel groen. Ook in de hogere regionen. Nu is het wel zo dat dit de lagere route is eigenlijk. De hoge boomloze toppen vermijd ik gelukkig.

Dit beeld doet me denken aan de tekeningen in de krant Het Volkske over de tour de france. De bergen met rond hun top een wolkenband.

Prachtige oude eiken kom je ook tegen. Heel majestueus bieden ze een flink pak schaduw tijdens deze warme lentedagen. Via het nieuws hoor ik dat heel Frankrijk en België kreunen onder de hitte, maar hier valt het goed mee.

Saint-Pee sur Nivelles is het volgende dorpje waar ik doorheen wandel. Veel volk loopt er hier niet rond.

Wel zie je heel wat mooie huizen in Baskenland. Oostenrijkse stijl maar met rood witte luiken. Heel typisch Baskenland en mooier dan in het hartje van Frankrijk.

Volgende beestige ontmoeting, volgende verwondering op de tocht vandaag. Op de hogere vlaktes lopen de paarden en pony’s vrij rond. Een paar van die dieren hebben een bel om de hals.

Deze foto werd op de top van de heuvel genomen. De paarden zelf lopen vrij rond maar zijn vrij mak. Wat verderop een ontmoeting met andere beestjes. Varkens, ook rondlopend op een wei. Dit exemplaar was er heel moe van.

Zijn collega varkentjes knorden wat verderop. Het is een speciaal Baskisch ras dat bijna uitgestorven was in 1984, maar nu weer stevig geteeld wordt. Le Kintoa is de naam en het zou zijn unieke smaak onder andere hebben door de eikels die ze verorberen.

In de verte viel in het landschap van weidegroen een rare streep op, die naar boven wees richting de bergtop wat verderop.

Blijkt dat het één van de oudste tandradtreintjes is in Frankrijk. Als je goed kijkt zie je zo een treintje de bergwand opklimmen. De wandelweg zelf daalde af richting Ascain via een rotsachtig pad. La Rhune is de naam.

Bij het steil afdalen was het wel uitkijken om niet weg te rollen op al die keien en tussen al die keien keken een paar oogjes mij nieuwsgierig aan.

Het beestje was wel bijna 20 cm lang. Dat is al flink groot. Een dino in mini dus. Dat was de laatste beestige ontmoeting van de dag.

In Ascain zelf kreeg ik nog wat cultuur voorgeschoteld door de lokale dansgroep. Fijne manier om deze wondere dag af te sluiten.