Etappe 88 – Aviles naar San Juan de Pinera – 28,4 km – 2.174,7 km – dag 22

Helemaal andere tocht dan gisteren én we zijn de 3 voorbij. Nog een kleine 290 km te gaan. Vertrek uit Aviles met zon en wolken. Rustig op het gemeenteplein na de uitspattingen gisterenavond.

Gemeenteplein Aviles

Enkel nog een podium stond er nog. Ook mooiere omgeving dan gisteren om de stad te verlaten.

Podium

Nog een laatste blik en dan westwaarts. Het is meestal zo dat de markeringen van de route (schelpen of gele pijlen) en de kaart overeen komen. Maar nu plots stuurden de pijlen me een gans andere route op. Steeds vervelend. Een paar jaar geleden werd hier de autoweg aangelegd en dat zorgde wel voor een aantal aanpassingen. Misschien was ik wel op een oude route?

Klopt de aanduiding wel

Ik heb toen wel de goede keuze gemaakt blijkbaar, want een paar km verder toch op de beschreven route terug en het was een aangename bosweg.

We waren verder weg van de kust vandaag. Heel rustig ook. Geen pelgrims gezien of gehoord. De Spanjaarden terug aan het werk. Wel af en toe een vergezicht en voorlopig nog droog.

De structuur van de wandeling blijft wel nog dezelfde. Ofwel een heuvelrug volgen wat een vrij vlakke weg geeft ofwel kruisen en dan gaat het van top naar dal en terug omhoog. De autoweg lost dat anders op.

Van heuvel naar heuvel over het dal heen

Hier en daar, vooral in de kleinste dorpjes vind je nog wasplaatsen, lavoirs zoals in Frankrijk. Soms archaïsch en in slechte staat, soms moderner en netter zoals deze hier.

Klassieke “lavoir”

En zo komt de Rio de San sebastaban in zicht. Die brug daar beneden moet ik zometeen over.

Rio de San sebastaban

Enkel is er nog een heuveltop eerst over te steken. En lunchtijd. Ondertussen worden de dikkere grijze wolken vanuit het noordwesten talrijker.

Sote

De oversteek van de brug zelf zal ik me herinneren. Tussen de reling en een dikke stalen buis is er amper plaats om te stappen, zeker wanneer je een rugzak mee zeult.

Telkens moet je je voeten rond die bevestiging van de stootrand zwieren. Comfortabel is anders. En de wagens scheuren voorbij. Daar ook de Parijzenaar terug ontmoet. Hij was verwonderd van mijn vooruitgang, maar was zelf naar Aviles gereden met de bus en had de dar ervoor wat gesurfd vertelde hij. Voorbij de brug ging het weer stevig omhoog en liet ik hem gaan.

Eenmaal boven was er een opeenvolging van stroken door bos en dorpjes. Ondertussen vielen af en toe wat druppels. De regenponcho mocht uit de rugzak al bij het oversteken van de brug want een gure wind jaagde regen over alles heen.

In Muros bij het oversteken van de grote weg zaten een 4 tal jongeren (de Mexicaan oa) in de bar te schuilen (en te drinken). Iets ervoor een bellende Reiner voorbijgestapt. Hij was gestopt aan de herberg daar. “Buen Camino! Ah aus Belgien!!!” “Buen Camino Reiner”. De regen werd intenser en ik schuilde even tegen de kerkmuur. Staat daar aan de andere kant van het kerkplein de Parijzenaar in de deur van de bar te zwaaien. Dus daarheen, weg uit de regen. Na de koffie klaarde het op en stapten we pratend verder. Hij had Karolina uit Litouwen ook ontmoet. Ze was blijven plakken in Gijon zei hij.

Na een anderhalf uur babbelen en wandelen hield hij halt in El Pitu. Ik ging nog een beetje verder, langsheen de gigantische kerk van El Pitu naar de eindbestemming voor vandaag.

Kerk El Pitu doet wat zuid-amerikaans aan.

Etappe 50 : Ste-Foye naar Pellegrue – 23,8 km (1.281,6 km)

Een rustige zondag trekkend door de wijngaarden

Zo is de dag eigenlijk verlopen. Eerst boodschappen gedaan want de gite communal had verwittigd dat op zondagavond niks te krijgen is in Pellegrue. De Dordogne verlaten en langs een lange saaie departementale eerst 4 km moeten stappen vooraleer de route omhoog de wijngaarden in trok.

De route sli gerde zich langs hele kalme wegen of zelfs door graspaden tussen wijngaarden. Die wijngaarden zijn goed onderhouden en je ziet aan de gebouwen dat de teelt lukratiever moet zijn dan gewone landbouw. Maar investeringen zijn er wel nodig.

Bij een uitgebrande hoeve kwam ik plots 3 jonge pelgrims tegen. Fransen op stap naar Compostela. Ze zagen er wat verfromaaid uit en wat verderop haalden ze me in.

Ander volk dat ik tegenkwam waren een groep heren en dames die een grot uit aan het opruimen waren. Me emmers werd de kalk en steengruis omhoog geheven en uitgestort. Ze waren wat verder weg in het bos anders had ik hen kunnen vragen wat ze aan het uitspoken waren.

En een andere gast onderweg vandaag was een speciale vogel, nl. een hop. Mooi! Als je die niet kent eens googelen.

Ziezo, vanavond overnacht ik in de refuge van Pelegrue. De 3 Fransen van daarstraks zijn zich komen douchen, maar waar ze slapen weet ik niet. Overnachten doe ik met zicht op marktgebouw. Tot morgen.

Etappe 48 : Saint-Astier naar Mussidan – 31,0 km (1.222,2 km)

Een stevige wandeling maar heel mooi.

De dag startte zonnig en de ganse dag bleef de zon prominent aanwezig. Vanuit de gite moest ik eerst naar het centrum van Saint Astier wandelen.

Eerst een bezoek aan de kerk. Daar was de organist volop aan het repeteren voor een recital volgend weekend. Een bezoek met muzikale begeleiding.

Daarna wat boodschappen in de lokale supermarkt en uiteindelijk was het toch flink 10 uur vooraleer ik goed gestart was met stappen.

Het landschap was golvend en open, maar de wandeling had vandaag toch 2 flinke daal-en klauterpartijen in peto. Rond 11u30 was ik even gestopt om de eerste van mijn kledinglaagjes uit te spelen of ik ontmoette een stapper, een Fransman die lokaal aan het oefenen was om later de echte Camino te stappen.

Wat verderop stond een richtingaanwijzer met Santiago 1.119 km. En wie fotografeerde? Collega pelgrim Wu, die ik gisteren verlaten had met een “bis morgen”. Hij was 2 maal verloren gelopen deze morgen. We liepen dan samen anderhalf uur verder. Dan liet hij me verder stappen want hij wou toch even rusten.

Wat verderop in de wei heel veel blauwe bloemen. Massa’s orchideeën. Vorig jaar heb ik er al een paar gefotografeerd.

De tocht liep vandaag vooral over paadjes en grindwegen. Wat een luxe. Bijna geen auto’s gezien vandaag.

Een plezier voor een pelgrim onderweg is een zitbank. Hier degene die ik deze middag ontmoette om te lunchen, daarachter een lavoir.

De tocht ging terug naar de rivier L’isle. Dus terug naar beneden en daarna terug naar boven. De hoogste top achter de rug kwam de Camino op een plateau terecht. Gewoon prachtig. Een soort heidelandschap met sparren en heideplanten. En wat een heerlijke geuren. Heel stil ook.

Soms had ik het gevoel dat dierbaren van mij aan het meestappen waren. Een vreemde gewaarwording zo reel was ze. Maar dan ging de tocht terug naar de rivier beneden. Mooie vergezichten waren er te zien.

Beneden ging de tocht lzngs de L’isle naar Mussidan. Het was al 18u30 voorbij eer dat de torens in zicht kwamen.

Morgen staat er weer een dyevige wandeling klaar. Hopelijk ook even mooi.

Etappe 47 : Perigeux naar Saint-Astier – 26,5 km (1.191,2km)

Merkwaardige ontmoetingen en een boswandeling

En zo ben ik ’s morgens nog maar pas vertrokken in Perigeux of daar kwam de eerste ontmoeting al. Ik werd geroepen door een man. Of ik de Saint-Jacques deed, waar ik vandaan kwam, dat hij ook gestapt had, dat zijn nazm Jorge was, enz, enz… ik wou verder stappen, mazr hij liet me niet gaan. Ik moest een geschenk aanvaarden van hem en zo kreeg ik het boek dat hij over zijn Camino heeft geschreven en hij schreef er zelf npg een boodschap in voor mij.

Dan ging de tocht de stad uit. Meestal is dat niet de meest boeiende strook van de tocht maar deze keer viel het niet echt tegen. Afwisseling was er wel.

Langs de invalsweg was zelfs een speciale strook voor fietsers en voetgangers.

Een volgende ontmoeting was meer spiritueel van aard met een bezoek aan een abdij, volop in herstel en renovatie. Hierbij wat beelden.

De abdij van Chancelade. Ernaast was een kleine kapel waar ik met mijn rugzak aan bijna niet binnen geraakte.

Na wat rondgekeken te hebben, verder gestapt. Al snel dook de route het bos in met stijgen en dalen. Op het laagste punt vind je vaak een lavoir, een wasplaats en ook hier was dat zo.

De volgende uren werd ik onder gedompeld in het bos. Daar kwam ik de volgende ontmoeting tegen. Ik zag ze niet maar hoorde toen ik juist pauzeerde en aan het eten was. Wat verderop was plots een everzwijn aan het roepen. Niet zo aangenaam als je rustig op een boomstronk aan het eten bent. En zo een ever roept luid! Om eerlijk te zijn voelde ik me niet zo op mijn gemak.

Wat verderop zag ik heel wat sporen van omgewoelde grond op en naast het pad. Iets anders wat ik zag waren onderstaande bloemen die beginnen aan de bloei. Mooi, alleen benieuwd wat het zijn want geen idee.

Tekenen van de Camino vind je op de meest rare plaatsen zoals deze bengelende schelp met “bon chemin” op geschreven midden in het bos.

En na 2 fikse klimwandelingen gevolgd door evenveel afdalingen kwam ik aan in de vallei van l’isle, rivier met jaagpad naast. En wie loopt er naast dat jaagpad? Weer een ontmoeting. Medepelgrim Wu!

Samen wandelden we dan verder langs de rivier, die wel wat vetval heeft. Waterkrachtcentrales (in het witte gebouw) zorgen er voor electrische stroom.

We stappen samen over de dansende brug, waar je voetstappen de brug doen lichtjes bewegen. Vreemd.

En zo komen we samen aan in Saint-Astier, bestemming voor de dag.