Etappe 97 – Sobrado naar Salceda via Arzua – 34,5 km – 2.391,0 km – dag 31

Op naar de Camino Frances. Via deze Camino, die meer inlands loopt, gaat het grootste deel van de pelgrims naar Compostella. Dus daar zit of liever loopt, heel wat meer volk. Ik ben benieuwd. O ja, de klok was stil vannacht.

Mist in de abdijtuin

Eerst gaan ontbijten en er Rainer, de Nederlander ontmoet. Die had ook hier overnacht en ging naar Arzua vandaag. Hij had Roland (de Parijzenaar waar ik het al over gehad heb.) en anderen nog gezien gisteren, maar die waren al wat verder getrokken. Hij was hier gebleven door het onweer. Vrij vroeg op stap. Vandaag krijg ik de keuze. Of kort en krachtig door een saai landschap langs de weg 20 km lang, of een ommetje langs Arzua en daar al de Camino Frances opgaan. Meer variatie, maar iets meer km.

De Caminowachter gaf 59 km aan. Maar daar komt straks iets bij. De rekening klopt niet altijd. Maar als je al meer dan 2.000 km gestapt hebt steekt het niet nauw.

De eerste helft vandaag was een geleidelijke afdaling naar Boimorto. Dat verliep langs mooie boswegels, zacht om te stappen. In Boimorto kiezen richting Arzua, zo een 12 km meer Camino Frances op het programma.

Zachter om te stappen. Heerlijk

Vanaf Boimorto werd het opnieuw een rustige asfaltweg door de weiden en de bossen van eucalyptus. De laatste dagen heb ik wel wat pijn aan de bovenkant van mijn voet, vooral op die asfaltwegen en dalen doet ook geen deugd. Wat versleten zeker?

Mooie luchten

Het weer zat wel prima vandaag. Droog, zo’n en wolken. Dus niet te warm en niet te koud. Na de lange afdaling dan toch een klim en aankomst in Arzua, één van de laatste etappeplaatsen van de Camino Frances. De sfeer is inderdaad anders. Meer huizen, meer bars en meer pelgrims lokken. Na een week in het dunbevolkte noorden is dit wel een flinke verandering.

Arzua

Let alleen al op de wimpeltjes. Kwestie van mensen zich welkom te voelen. Daar heel lekker een grote pizza gegeten. En wie komt daar binnen? De pelgrim die ik de eerste dagen van mijn tocht af en toe zag; Speedy. Een pelgrim uit Oost-europa, die ik af en toe zag maar eigenlijk geen contact mee kon maken. Vandaag toch dag kunnen zeggen. En toen ik met handen toonde dat het niet ver meer gaan was, kon er een lach van af.

Er loopt wel wat meer volk langs de Frances. Deze 3 vlogen voorbij. Wat verderop toch even kunnen praten. Eén was een Kroatië. En de magerste had enorm last van blaren op zijn voeten en tenen.

Voor deze laatste km maakte de Camino zich weer mooi met wandelingen in het groen langsheen tuinen met oa vijgen (na Pasen), met holle wegen, met vergezichten en weinig autoverkeer en asfalt. Hoera voor mijn voeten!

Lommerte op zonnige dagen

Vooral in de zomer zullen die groene tunnels wel geen luxe zijn om wat bescherming te krijgen van de zon. Dan is er mijn inziens ook veel meer volk. Heel wat bars edg waren nog dicht. Er zijn er ook in elk dorp en elkebar probeert origineel te zijn om bezoekers te trekken.

Massa’s getekende bierflessen

Deze positioneert zich als biergarten en hangt de ganse tuin vol met lege bierflessen, getekend door pelgrims.

Een andere had zijn muur vol versleten wandelschoenen hangen. Op een terras in Arzua had ik een oudere kerel opgemerkt achter een grote pint. Blijkbaar ook een pelgrim. Toen ik hem verderop opnieuw zag, zat hij terug op een terrasje achter een stevige pint en de derde keer stond hij in het midden van het gras om het hooien te filmen. Bij aankomst in Salceda liepen we samen voorbij de Caminowachter.

Bleek een Ier te zijn. Sedert 2014 gestart in Saint-Jean in de Pyreneeën. Goed dat we aankomen, zei hij. Hier overnacht ik. Maar eerst a cold beer. See you tomorrow. Dat beloofd.

Etappe 96 – Pobra de Parga naar Sobrado dos Monxes – 25,0 km – 2.356,5 km – dag 30

Een leuke verassing van de pensionuitbater. Vanmorgen kregen de aanwezige pelgrims een ontnijtpakket met elk zo een leuke getekende pelgrim. Naast de 3 Spaanse pelgrims, die ik vorige dagen al zag was er ook de Franse Laure. Een verpleegster die de Camino in omgekeerde richting!

Ze waarschuwde ons voor de cultuurschok. Op de andere Camino is het werkelijk veel drukker. Mensen zijn gehaast en duwen elkaar bijna van de weg. Zij hoopte naar Metz terug te stappen, maar was niet altijd evident om de pijlen van de Camino wachters te vinden. Maar ze kon wel genieten van de rust op de Norte zei ze.

Het had blijkbaar weer flink geregend vanacht en de start was in de mist.

Waterzonnetje

Rustig glooiend door bos en veld komt de Camino aan bij een breder riviertje. Wat verderop is een watervalletje. Midden in die poel steekt een rotspunt uit het water en daarop zit een bruine vogel met grote witte borstplek. Een waterspreeuw! Het is de eerste keer dat ik die zo goed zie. Knap! Natuurlijk gaat de vogel vliegen wanneer ik die wil fotograferen.

Daar zat dus die waterspreeuw

De rest van de voormiddag gaat de wandeling langs aardewegen zonder één mens of auto te zien. Wat hoger en droger.

Wat lager en wat natter op een oude heirbaan die 2.000 jaar lang amper onderhouden werd.

Of nog lager waarbij je je afvraagt hoe je hier nu weer droog over geraakt.

Waar is mijn polsstok?

Gewoonlijk loop je in de loop van de dag wel door een dorp of stadje, maar vandaag niets van dat. Enkel bomen, bos, velden en weiden met op het hoogste punt als hoogtepunt deze windmolens.

Hier wordt elektriciteit gemaakt.

Natuurlijk levert de hoogte mooie vergezichten op als de bossen juist gerooid zijn. En ik moet toegeven dat dit samenspel van groen, blauw en witte wolken mooi is.

Kleurenpalet

Eenmaal over de heuvelkam loopt de Camino in een andere provincie. Ook de weg verandert.

Gedaan de rots en aardewegen. Bijna de ganse namiddag loopt de route langs deze weg. Met auto’s en vrachtwagens die voorbij rijden en soms vliegen. Betekent continu op je hoede zijn.

Bijna aangekomen in Sobrado (dos Monxes). Voor mij zie ik terug de 3 Spaanse pelgrims lopen die vorige nacht ook in de herberg waren. Boven hen wordt de lucht donkerder en dan beginnen de druppels te vallen.

Wat hangt boven ons hoofd?

Niet enkel regen, maar de donder doet ook mee. Een heel luide knal zorgt er voor dat de stapsnelheid meteen naar omhoog gaat. Maar de regen is snel over wanneer ik aankom in Sobrado die als dorp volledig rond een oud cisterienzen klooster is gebouwd.

Toegangspoort kloostet

Knap staaltje Gallische barokstijl

Overnachten doe ik in een herberg die inde tuin van het klooster ligt. Is heel aangenaam en rustig, ware het niet dat de klok elkaar en half uur slaat. Hopelijk stopt dat tijdens d4 nacht? Antwoord: morgen.

Ps: antwoord vraag over plant die je langs de weg vindt hier. Het gaat over venkel.

Etappe 95 – Vilalba naar Pobra de Parga – 27,7 km – 2.331,5 km – dag 29

Door het stille groen.

Vertrek uit Vilalba gaf toch een hoopvol beeld. Een oude toren die mee is geïntegreerd in nieuwbouw. Blijkbaar een hotel.

Lekker slapen in oude toren.

Vandaag had ik de indruk in een groot weinig onderhouden Bokrijk te lopen. Veel natuur en af en toe oude gebouwen, triestig onderhouden.

Voor de culinairen onder jullie. Deze plant zie je vaak langs de weg. Idee wat het is? Wordt in de keuken gebruikt en er is ook een gekende drank die er van wordt gemaakt.

Antwoord morgen. De Camino wachter geeft 118 km aan. Dat betekent dus vanavond onder de 100! Hoera.

Eerste bokrijk gebouw, deze watermolen in verval. Het kabbelend beekje doet nog zijn werk, maar de molen heeft betere tijden gekend. De wegen zijn goed begaanbaar. Er zijn zelfs stroken bij waar volgens mij Julius Caesar nog is gepasseerd. Of was het een andere Romeinse veldheer hier in de streek?

Heirwegbrug?

Als ik aan een heerbaan denk, dan denk ik aan zo iets. De weggetjes en paden zijn vaak afgezoomd met platte stenen. Soms geeft dit zelfs een tunneleffect.

Ze hebben iets prehistorisch, iets Keltisch vind ik. Veel mos die al die spullen een oude originele look geeft. Zoals gisteren weer een kerkhof gotische stijl bij de oversteek van de grote weg.

Naast bouwsels, erfgoed (er rijden hier wagens rond die ik al 30 tot 40 jaar niet meer heb zien rijden) is er nog steeds de natuurpracht met vogels allerhande en deze paddestoelen bv.

Ik moet eerlijk zijn. Ik heb ze opgemerkt omdat één van de voor mij lopende pelgrims ze fotografeerde. 3 Duitsers op stap, die wat verderop halt hielden om te drinken. Ik drink een grote als ik de 100 voorbij ben zei ik hen.

Duitse kolonne

En wat verderop opnieuw een stukje Bokrijk. Oud bruggetje met daar juist een Spaanse pelgrim op. Leuk toch.

Compostella, hier kom ik.

Ondertussen was ik Baamonde genaderd. Vooraleer in de stad aan te komen de Parijzenaar ontmoet die ik feliciteerde met de overwinning van Macron. (Hij is hevige fan en ook van Verhofstad) Pratend gingen we dus naar Baamonde en daar hebben we samen gegeten. Reiner, de Nederlandet, zat er ook en was juist klaar met eten. In San Alberte deze mooie kapel en nog mooiere boom gespot. Beide kunnen in Bokrijk. Alhoewel het spreekwoord zegt dat je oude bomen niet verplant. En samen kwamen we dan aan de 100km.

Eigenlijk is er geen 100 km Camino wachter, maar een aantal goede zielen hebben dan maar zelf monumentje gemaakt om de 100 km te plaatsen en 6 meter voor de wachter vind je dit.

Nog 100 km

Leuk. Na de strook langs de weg draait de Camino de bossen in voor een laatste kapel.

Boskapel

En dan weer iets vreemds. 2 Camino wachters. Met 2 verschillende afstanden! Plots krijg ik er een kleine 10 km cadeau.

Links of rechts?

De keuze is de oude wat mer bewoonde langere route of de ‘eenzamere’ kortere route. Die laatste is het geworden en dus ben ik vertrokken voor een 20 km door bos en wei. Toch vind je hier af en toe constructies.

Heel stil allemaal. Er is wel een werknemer en verderop staan nog een 3-tal van die constructies. Met omheining en bord verboden toegang. Megastallen? Of iets anders? Was het niet in noord-spanje dat de grootste cannabis plantage werd gevonden? Spannend spannend.

Etappe 88 – Aviles naar San Juan de Pinera – 28,4 km – 2.174,7 km – dag 22

Helemaal andere tocht dan gisteren én we zijn de 3 voorbij. Nog een kleine 290 km te gaan. Vertrek uit Aviles met zon en wolken. Rustig op het gemeenteplein na de uitspattingen gisterenavond.

Gemeenteplein Aviles

Enkel nog een podium stond er nog. Ook mooiere omgeving dan gisteren om de stad te verlaten.

Podium

Nog een laatste blik en dan westwaarts. Het is meestal zo dat de markeringen van de route (schelpen of gele pijlen) en de kaart overeen komen. Maar nu plots stuurden de pijlen me een gans andere route op. Steeds vervelend. Een paar jaar geleden werd hier de autoweg aangelegd en dat zorgde wel voor een aantal aanpassingen. Misschien was ik wel op een oude route?

Klopt de aanduiding wel

Ik heb toen wel de goede keuze gemaakt blijkbaar, want een paar km verder toch op de beschreven route terug en het was een aangename bosweg.

We waren verder weg van de kust vandaag. Heel rustig ook. Geen pelgrims gezien of gehoord. De Spanjaarden terug aan het werk. Wel af en toe een vergezicht en voorlopig nog droog.

De structuur van de wandeling blijft wel nog dezelfde. Ofwel een heuvelrug volgen wat een vrij vlakke weg geeft ofwel kruisen en dan gaat het van top naar dal en terug omhoog. De autoweg lost dat anders op.

Van heuvel naar heuvel over het dal heen

Hier en daar, vooral in de kleinste dorpjes vind je nog wasplaatsen, lavoirs zoals in Frankrijk. Soms archaïsch en in slechte staat, soms moderner en netter zoals deze hier.

Klassieke “lavoir”

En zo komt de Rio de San sebastaban in zicht. Die brug daar beneden moet ik zometeen over.

Rio de San sebastaban

Enkel is er nog een heuveltop eerst over te steken. En lunchtijd. Ondertussen worden de dikkere grijze wolken vanuit het noordwesten talrijker.

Sote

De oversteek van de brug zelf zal ik me herinneren. Tussen de reling en een dikke stalen buis is er amper plaats om te stappen, zeker wanneer je een rugzak mee zeult.

Telkens moet je je voeten rond die bevestiging van de stootrand zwieren. Comfortabel is anders. En de wagens scheuren voorbij. Daar ook de Parijzenaar terug ontmoet. Hij was verwonderd van mijn vooruitgang, maar was zelf naar Aviles gereden met de bus en had de dar ervoor wat gesurfd vertelde hij. Voorbij de brug ging het weer stevig omhoog en liet ik hem gaan.

Eenmaal boven was er een opeenvolging van stroken door bos en dorpjes. Ondertussen vielen af en toe wat druppels. De regenponcho mocht uit de rugzak al bij het oversteken van de brug want een gure wind jaagde regen over alles heen.

In Muros bij het oversteken van de grote weg zaten een 4 tal jongeren (de Mexicaan oa) in de bar te schuilen (en te drinken). Iets ervoor een bellende Reiner voorbijgestapt. Hij was gestopt aan de herberg daar. “Buen Camino! Ah aus Belgien!!!” “Buen Camino Reiner”. De regen werd intenser en ik schuilde even tegen de kerkmuur. Staat daar aan de andere kant van het kerkplein de Parijzenaar in de deur van de bar te zwaaien. Dus daarheen, weg uit de regen. Na de koffie klaarde het op en stapten we pratend verder. Hij had Karolina uit Litouwen ook ontmoet. Ze was blijven plakken in Gijon zei hij.

Na een anderhalf uur babbelen en wandelen hield hij halt in El Pitu. Ik ging nog een beetje verder, langsheen de gigantische kerk van El Pitu naar de eindbestemming voor vandaag.

Kerk El Pitu doet wat zuid-amerikaans aan.

Etappe 75 – Zierbena naar Castro Urdiales – 27 km – 1910,3 km – dag 10

Het is zonnig en het wordt warmer voor deze etappe die eerst langs de kust en dan in het groen verloopt.

Klim vanuit Zierbena

Zoals zo vaak begint de dag met een klimpartij. Ook vandaag. Al snel zijn de gele pijlen present om me weg te lijden uit de ferryhaven.

Kustpad La Arena

Al snel gaat het terug naar de zee. Naar La Arena. Heel dicht tegen de zee, op een pad richting strand en letterlijk een 100 m ploeteren in het zand richting bruggetje dat naar een kustpad leidt.

Een riviertje dat op natuurlijke wijze de zee in stroomt. Dat hebben we niet meer bij ons. Geen betonnen structuur, geen haven, geen dan. Gewoon puur natuur. Het kustpad ging eerst wat omhoog en slingerde dan langs de rotsen naar Onton. Het leverde mooie vergezichten op.

Langs het kustpad terugkijken richting Haven Bilbao.

Veel gebeurde er eigenlijk niet. Ee vrij vlak en makkelijk parcours. Enkel melden dat ik Duitser Christian weer zag. Hij was aan het eten op een bank samen met een dame pelgrim. Dag gezegd en Guten appetit.

Ik dacht dat ze me beiden zouden inhalen erna, maar ik heb eigenlijk van de ganse dag niemand meer gezien. Misschien namen ze de saaiere kustweg. Ik opteert echter voor de groenere inlandse route en trok dus voorbij Onton omhoog de bergen in.

Richting Baltezana
Eucalyptus

Via kleine wegen naar omhoog tussen de typische eucalyptusbomen. Toch een omweg van een 10-tal km. Na de top terug naar beneden, grotendeels via een verlaten spoorwegbedding.

Oude spoorbedding
Oud station van Ontanes

Het liep als een trein! Langzaam afdalen, mooi pad. Comfort voor de stapper. Nog even uit de toon in Samano waar weer een venijnig klimmetje zit. En daan gaat de route over in een saai voetpad richting Castro Urdiales.

Vanavond nog even een Mac binnen geslopen. Kwart voor 8. Wat eten die Spanjaarden toch laat!

Iets voor acht nog geen klanten…

Etappe 67 – Irun naar San Sebastian (Donostia) – 29,1 km – 1721,2 km – dag 2

Het wordt een fikse trip vandaag naar San Sebastian. Eerst een fikse klim, dan een wandeling naar overzet gevolgd door een kustpad om te eindigen langs het strand.

De eerste paadjes vandaag. Gelukkig is het droog.

Vooraleer te vertrekken werd ik flink vertroeteld in de casa. Uitgebreid ontbijt met eitjes van de loslopende kippen. De uitbaatster gaf me nog fruit mee voor onderweg en vroeg bij het weg gaan of ik wel voldoende water mee had.

Lekker ontbijt

Na klimmen was de eerste halte de Ermita de Santiago, daar zag ik al een paar mensen met rugzak en toen ik aankwam vertrok er juist ene met een schelp het pad verderop in.

Ermita de Santiago

Gezien vandaag de eerste dag stappen was wilde ik niet te hevig starten. Ik koos voor de lagere conservatieve (lees minder zware) route en niet die over de kam die stevig klimt. Was maar goed ook zou blijken op het einde van de dag.

Wandelweg naar Pasai Donibane

Het was langs een breed bospad dat ik stapte. Het weer was prima droog en niet te warm. Wat lang maar wel interessant. Ten eerste omdat ik terug moet wennen aan klimmen en dalen. Zelfs dalen voel je flink in de kuiten met die rugzak. Ook geologisch, getuige deze foto.

Cursus geologie

Dat dalen kwam er na een goeie 10 km stappen. Het was een prima wandeling om de rugzak weer wat beter te leren kennen en die in balans te brengen. Flink hoog dragen op de heupen is de boodschap.

Wat ben ik blij dat het niet regent!

Na een stevige afdaling komt de Camino uit aan een rivier in Pasai Donibane. Daar moet je overheen met een kleine veerboot. Vooraleer je aan de pont bent wandel je langs de haven waar een autoschip broederlijk naast een boot beladen met schroot ligt. Nieuwe auto’s worden gelost en kapotte worden geladen. Waarheen?

Ijzer, oud en nieuw

Het zijn pitoresque nette dorpjes waar de tocht doorheen gaat. Alle teksten staan er in 2 talen. Spaans & Baskisch. Van dat laatste kan ik niet veel maken.

Passai Donibane

De overtocht naar de andere oever.

Veerpont naar Pasai San Pedro

Aan de andere zijde, Pasai San Pedro kom je uit in het oude visserij haventje waar de geschiedenis van de walvisvaarders en zelfs een teruggevonden schip voor New Foundland worden getoond. Bootarcheologie met een ganse oude scheepswerf waar de oude bootjes terug worden gebouwd.

Monument voor moedige walvisvaarders

Na wat eten en drinken gaat de tocht naar rechts, langsheen het water en langsheen de oude scheepswerf tot aan het einde van de baai.

Oude baggerboot met kuipen.

In de werf ligt ook een oude baggeraar met grote ketels. Toen ik klein was werd dat type gebruikt om de IJzer uit te baggeren. En kabaal dat dat ding maakte. Tijd voor het serieuze werk. Een betonnen trap en een verweerd bospad leiden verder naar een pad vol mooie vergezichten en de vuurtoren.

Omhoog via trappen
Trappen naar boven langsheen vuurtoren 1.

Verder omhoog klauteren en na de trappen gat de weg nog naar omhoog naar nog een vuurtoren.

Faro de la Plata

Roodborstjes, daar gaat het volgende verhaal over. Wat komen die dichtbij wanneer ik even halt hou om op adem te komen of iets te eten.

Roodborstje ofte Rubecula

Er was er eentje die bijna op mijn schoenen pikte, met de vleugels ligt open. Ik vermoed dat het mijn rode jas is die hen uitdaagt. Dat wordt oppassen als ik straks een stier tegen kom.

Het mooie wandelpad slingert zich langsheen de kustlijn met prachtige vergezichten.

Kustlijn van de Golf van Biskaje met de Playa7

En een volgende vuurtoren.

Na de ganse namiddag langsheen het kustpad te zijn gewandeld komt de Camino uiteindelijk op een asfaltweg uit richting bewoonde wereld. Richting San Sebastian. Daar ontmoette ik 2 Duitse pelgrims. Een jonge Felix en een oude Christian, beide ook vandaag gestart aan de camino. Morgen wordt weer een stramme start herinnerde Christian ons, want beide hadden voor de Corona ook al Camino ervaring.

Pelgrims

En uiteindelijk terug de bewoonde wereld. Tussen de bomen een glimp van de baai met prachtige gouden strand. Surfers dobberen op de golven en er zijn zelfs al moedige baders.

Baai met gouden strand.

Verder doorheen de stad over bruggen en langsheen lanen en de dijk. Een verlokkelijke café con leche smaakte heerlijk en in de toeristische dienst kon ik al de stempel in het stempelboekje laten aanbrengen. Wel moet je hier in Spanje nog steeds mondkapje dragen in winkels.

Brug in San Sebastian

Overnachten doe ik op het uiteinde van de stad, een stukje de hoogte in. Zo kan ik morgenvroeg stram en stijf terug op stap. Voor het eten terug naar beneden, maar dat was met de bus.

Etappe 60 : Osserain naar Larcevaux – 29,6 km (1.580,7km)

Stephane

Weer geluk vandaag als ik naar de lucht kijk. Blauw en zonnig. Vannacht regende het, maar de buien zijn overgetrokken. Het ontbijt in de door Britten uitgebate B&B is ok. Ik kan er dus weer tegen, want er staan 2 flinke klauterpartijen op het programma.

Eerst de rivier over. Die stroomt tegen vreemde steenformaties aan. Niet alledaags.

De witte bergtoppen, die ik gisteren zag zitten verstopt achter dikke wolken. En dan kwam ik Stephane tegen.

Stephane vertrokken vanuit Limoges. Samen gestapt tot Saint-Palais. Daar afscheid genomen want ik wou er per se nog iets eten en hij trok verder.

Na middag kwamen 2 beklimmingen. Hier startte de eerste. Een betonnen pad eerst hielp het klimmen. Al vlug vetraagde mijn snelheid en kwamen regelmatige haltes.

Wel was het uitzicht soms adembenemend, en ook de besneeuwde toppen kwamen terug piepen. Boven aangekomen was het minder aangenaam door de kille stevige wind. Een paar beelden verwelkomen de bezoekers op de top.

Na de klim ging het stevig naar beneden. Ondertussen waren hoog in de lucht verschillende vogels met gigantische vleugels aan het ronddraaien. Ik vermoed gieren, want die beestjes zijn ondertussen terug uitgezet in de Pyreneeën. Echt gigantisch. De tocht ging vervolgens steil naar beneden het dal in.

Maar het was wat ik andere kant zag die mij wat minder op mijn gemak stelde. Dat pad steil omhoog… Toch niet het vervolg van de tocht? Tijdens het afdalen kon ik volop genieten van de vergezichten.

Beneden in het dal stond de gedenksteen in het baskisch. Blijkt de samenkomst te zijn van 3 caminos van Frankrijk, waaronder de populaire vanuit le Puy en Vellay, die door de Fransen zelf wordt gestapt.

Mijn vrees was gegrond daarstraks. Het pad omhoog was het vervolg van de tocht. Flink de hoogte in dus.

En heel vreemd qua ondergrond. Zachte vlakke rots, die volop afschilfert. De tocht ging traag. Vervelender werd wel de wind, die koud en stevig werd. Heel onaangenaam bergop en wind tegen. Ik moest constant mijn hoed vasthouden of ie was weg.

Na flink zwoegen was de top zichtbaar. Daar staat een kapel met oa waterkraantje. En wie stond me daar op te wachten. Stephane.

Samen zetten we dan de tocht verder. De landschappen bleven schitterend. Enkel de wind was vervelend. De tocht ging verder omhoog en dan omlaag.

We gingen verder en in Ostabat besloot Stephane zijn tentje op te zetten voor de nacht. Hij stapte de plaatselijke bar binnen na afscheid te hebben genomen. Ik stapte nog een 5km verder. En toen ik aankwam toonde de lucht dat er morgen nog wat meer wind te verwachten was.

Etappe 59 : Orthez naar Osserain – 29,9 km (1.551,3 km)

Verdraaid. Waar loop ik nu eigenlijk rond?

De streek werd gisteren terug heuvelachtiger en vandaag zou het nog erger worden. Maar vooraleer de tocht aan te vatten kocht ik eerst de treintickets om vrijdag naar huis terug te rijden. Na het bezoek aan het station verliet ik Ortez over de nieuwe autobrug en zo kon ik een foto maken van de oude brug met ongelijke bogen.

Le vieux pont d’Ortez

De tocht vandaag ging veel minder langs tarmac, maar meer door bos en weilanden. De hoogteverschillen leidden wel tot gek zicht zoals dat kerkje dat daar beneden lag.

Vreemd heerschap ontmoet rond de middag. Een leuk beeld van een pelgrim dat me deze middag gezelschap hield tijdens het eten op een bankje onderweg.

Het was een hele natuurrijke wandeling vandaag. Slechts één frustratie. De kaart van mijn gids ,de “mjammjamdodo”, was volledig fout. Zo fout dat ik helemaal niet meer wist waar ik was! Hoe lang de tocht zou duren en of ik wel in de juiste richting stapte. Wel kon ik steeds de tekens van de Camino  onderweg volgen. Gelukkig maar! De problemen begonnen al bij deze klim.

Gelukkig waren er de vele mooie bloemen en planten langs de weg zoals deze prachtige orchideetjes. Ik wist niet waar ik was, maar waar ik was, was het wel mooi.

En mag ik jullie, wel wat vroeg, deze meiklokjes aanbieden.

Zoals gemeld had ik eigenlijk geen flauw idee waar ik was; buiten, dat wel,  ergens in de bossen. Een mens krijgt dan toch ook honger en ik ging even zitten om een hapje te eten en vooral om te drinken. Een houtstapel zou een ideale zitplaats moeten zijn, totdat…

Ik zat amper neer of een hele horde mieren overspoelde mij, mijn rugzak, mijn eten, mijn hoed… ik vloog meteen terug recht en stond daar als een gek rond te dansen om me van die beestjes te ontdoen. Brrrr…

Dat de Pyreneeën in de buurt waren was wel duidelijk! Als de tocht naar boven ging zag je in de verte een paar besneeuwde bergtoppen “naderen”. Maar door de nevel waren ze niet zo goed te fotograferen. Daarom een paar paarden erbij.

De natuurpaden zijn heerlijk om langs te stappen. Door bossen, weiden en heide. Niet steeds comfortabel, maar wel heel avontuurlijk en heel afwisselend. Zoals op de foto hieronder. Inderdaad, dit is een wandelpad!

Na de middag pakten de regenwolken zich samen, en uiteindelijk vielen de regendruppels uit de lucht. En kijk maar wat de koeien deden, toen het regende. Ze schuilden onder de bomen. Slimme dieren! Ik integendeel liep verder door de regen. Met regencape aan wel te verstaan!

Het einde van de dagtocht liep door een vallei en in de verte waren de stadsmuren van Osserain te zien. Indrukwekkend hoog wel. Als je dit als arme soldaat moest opklimmen tijdens een belegering….brr ik durf er niet aan te denken.

Blijkbaar werd er uiteindelijk van mij verwacht dat ik na al die wandelkilometers dartel de trappen opstormde.

Ik ben wel boven geraakt, maar door af en toe halt te houden en ondertussen rond te kijken. Zo zag ik dan de resten van de oude brug staan.

Aan de overzijde geraak je niet via dit exemplaar.

Etappe 51 : Perregrue naar La Reolle – 28,8 km (1.310,4 km)

Nog een beeld van gisteren of hoe men hier bomen restaureert. Polyurethaan schuim inspuiten.

Vrij vroeg vertrokken vanmorgen. De marktplaats achtergelaten en even langs de kerk van Perregrue gestapt.

Blijkbaar was die hoger vroeger. De tocht daalde af naar een riviertje en langs de weg dit sympathieke bord dat eigenlijk geen luxe is op sommige wegen. Gelukkig was het hier rustig.

Maar wie plukt er al die druiven?

Is toch een vraag die je je stelt als je door die opeenvolgende wijngaarden stapt. Duizenden wijnstokken staan hier naast een. De meeste zijn kort geknipt, klaar voor de komende lente en zomer.

Een uitzondering is nog niet onder handen genomen. Zie je het verschil? Vrij intensief werk allemaal.

Tussen die wijngaarden door nog een paar huppelende reeën gezien. Vrij dicht maar foto trekken? Neen.

Een stukje antwoord op die vraag van wie plukt. Veel seizoenarbeiders en fie hebben ook sanitair nodig.

Halfweg de dag door het stadje Saint-ferme gestapt. Zoals zoveel dorpen omzeggens uitgestorven maar de van oorsprong 12de eeuwse kerk is impressionant.

Naarmate de dag vorderde nam jet aantal wijngaarden wat af. Meer akkers verschenen maar de Entre-deux-mers wijngaarden bleven aanwezig.

Wie zou daar wonen? Ruïnes van een kasteel die deels hergebruikt worden als woning. Lekker boven op een rots.

En zo kwam ik aan in Saint-Reole. Heel antiek stadje met minuscuul smalle straatjes en veel huizrn van plak en stak. Ik wou nog een stempel halen in het stadhuis, maar uitzonderlijk gesloten, alle diensten.

Morgenochtend nog eens proberen.

Ondertussen staat Frankrijk verbouwereerd te kijken op televisie naar de brand van de Notre dame de Paris. Vorig jaar was ik er nog en haalde ik er een stempel voor mijn credential.

Vreemd hoe het kan verkeren.

Etappe 50 : Ste-Foye naar Pellegrue – 23,8 km (1.281,6 km)

Een rustige zondag trekkend door de wijngaarden

Zo is de dag eigenlijk verlopen. Eerst boodschappen gedaan want de gite communal had verwittigd dat op zondagavond niks te krijgen is in Pellegrue. De Dordogne verlaten en langs een lange saaie departementale eerst 4 km moeten stappen vooraleer de route omhoog de wijngaarden in trok.

De route sli gerde zich langs hele kalme wegen of zelfs door graspaden tussen wijngaarden. Die wijngaarden zijn goed onderhouden en je ziet aan de gebouwen dat de teelt lukratiever moet zijn dan gewone landbouw. Maar investeringen zijn er wel nodig.

Bij een uitgebrande hoeve kwam ik plots 3 jonge pelgrims tegen. Fransen op stap naar Compostela. Ze zagen er wat verfromaaid uit en wat verderop haalden ze me in.

Ander volk dat ik tegenkwam waren een groep heren en dames die een grot uit aan het opruimen waren. Me emmers werd de kalk en steengruis omhoog geheven en uitgestort. Ze waren wat verder weg in het bos anders had ik hen kunnen vragen wat ze aan het uitspoken waren.

En een andere gast onderweg vandaag was een speciale vogel, nl. een hop. Mooi! Als je die niet kent eens googelen.

Ziezo, vanavond overnacht ik in de refuge van Pelegrue. De 3 Fransen van daarstraks zijn zich komen douchen, maar waar ze slapen weet ik niet. Overnachten doe ik met zicht op marktgebouw. Tot morgen.